Uitgangspunten en beschrijving van het instrument
Het CIO onderzoekt de kwaliteit en het niveau van de ontwikkeling van de communicatieve intentie bij jonge kinderen (1;4 - 2;5 jaar). De ontwikkeling van communicatieve intentie is van fundamenteel belang voor de taalontwikkeling. De theoretische uitgangspunten daarvoor worden in de handleiding (van der Meulen, Slofstra-Bremer & lutje Spelberg, 2013) uitvoerig besproken. Wij vatten ze hier samen in de vorm van enkele stellingen. Deze stellingen vormen de kern van waaruit is gedacht bij de constructie van het CIO.
Kinderen zijn actief bezig met taalontwikkeling. Zij ontwikkelen taal in interactie met hun omgeving. Dit actieve verwervingsproces verloopt op basis van aanleg waarbij de communicatieve intentie de ‘motor’ is van het proces. Het kind wil iets uitdrukken respectievelijk begrijpen in de interactie met de ander: communicatieve intentie (Tomasello, 2003; Bloom & Tinker, 2003).
Ontwikkeling van communicatieve intentie en taalontwikkeling vindt plaats in interactie met de omgeving. De invloed van de ouders (of andere mensen in de dagelijkse omgeving van het kind) op deze ontwikkeling is van groot belang (Tomasello, 2003).
Communicatieve intentie hangt samen met andere aspecten van ontwikkeling, zoals de contactontwikkeling, spelontwikkeling, de ontwikkeling van gerichte aandacht, van concepten, gedrag. Uitval in een van deze aspecten heeft veelal gevolgen voor de andere (Fröhlich & Haupt, 2004).
De preverbale en verbale fase van de communicatieve ontwikkeling van het kind verschillen in wezen niet van elkaar; het verschil is alleen de vorm waarin het kind zich uit en de uitingsvormen die het kind kan begrijpen (Ninio & Snow, 1996).
Taal bestaat uit een verzameling symbolen, die, op zich zelf of in taalstructuren gecombineerd, betekenissen kunnen overdragen. Een aspect van ontwikkeling dat duidelijk verband houdt met taalontwikkeling, maar niet binnen het begrip communicatieve intentie valt, is het omgaan met symbolen door het kind. Hoe het kind omgaat met symbolen is van belang voor de taalontwikkeling (Bates, Benigni, Bretherton, Camaioni & Volterra, 1979).
COMMUNICATIEVE INTENTIE HANGT SAMEN MET ANDERE ASPECTEN VAN ONTWIKKELING
De items van het CIO zijn ingedeeld in zes subschalen. Vier daarvan betreffen de communicatieve intentie van een kind. Het zijn de schalen Condities (CO), Vormen (VM), Functies (FN) en Communicatieve Regelkennis (CR), waarmee aparte aspecten van communicatieve intentie gemeten worden. Hieruit wordt een combinatiescore afgeleid, die we CIO-Kernscore hebben genoemd om aan te geven dat deze score de communicatieve intentie representeert.
De vijfde schaal, Matchen en Benoemen (MB) is voor het meten van cognitieve aspecten van communicatieve intentie. Tenslotte is er de schaal Ouderlijke Ondersteuning (OO), waarmee geobserveerd wordt in hoeverre de bij de afname aanwezige ouder het kind ondersteunt bij de communicatie. Zie tabel 1 voor voorbeelden van items uit de zes schalen.