AVP door de jaren heen
5 juli 2019 - Leestijd 20 - 25 minutenDe werkwijze rondom kinderen met auditieve verwerkingsproblemen vraagt voortdurend om bijstelling. Lees hier hoe ze dat bij Pento AC Zwolle aanpakken.
Op 27 oktober 2021 vond ter gelegenheid van het afscheid van prof. Wouter Dreschler een symposium plaats over de toekomst van de klinische en experimentele audiologie. De lezingen van vier buitenlandse sprekers sloten aan bij thema’s waar Dreschler zich in zijn ruim 40-jarige carrière aan het Amsterdam UMC mee heeft beziggehouden: preventie, diagnostiek, auditief functioneren en hoortoestellen. Hierbij een selectie van onderwerpen op deze dag, die werd afgesloten met een afscheidsrede door Dreschler zelf.
Na decennia onderzoek en vele generaties hoortoestellen verder staat nog steeds met stip bovenaan: het probleem van slechthorenden om spraak te kunnen verstaan in lawaai. Prof. Torsten Dau (TU Denemarken) vertelde over onderzoek waarbij ook andere informatiebronnen naast geluid kunnen worden ingezet om spraakverstaan in ruis te verbeteren. Met name gaat het om compensatie van wat de slechthorende mist. Met omgevingsgerelateerde (scene-aware) compensatie kunnen instellingen van een hoortoestel worden bijgestuurd, bijvoorbeeld met behulp van informatie over aandacht voor de spreker waarop de luisteraar zich richt. Onderzoek heeft laten zien dat in een EEG de spraaksignalen herkenbaar zijn. Door geluid en EEG-uitvoer slim te koppelen kan dit verbetering van de spraak-ruisverhouding opleveren. Andere mogelijke informatiebron is visuele input, bijvoorbeeld spraakafzien, wat kan bijdragen tot verminderen van lawaai en dus beter spraakverstaan. Dit zijn nu nog experimenten in het laboratorium, maar zeker prikkelend voor toekomstige toepassingen in hoorhulpmiddelen. Er zijn veel (ervarings)gegevens nodig die via artificiële intelligentie (AI) vertaald moeten worden naar zinvolle parameters om hoortoestellen slim aan te sturen.
Waar het gaat om de basis van hoortoestelaanpassing heeft het toonaudiogram volgens prof. Birger Kollmeier (Univ. Oldenburg) niet de beste papieren. Zeker bij complexe gehoorverliezen is er meer informatie nodig. Kollmeier pleit voor het in beeld krijgen van alle aspecten van het gehoorverlies middels een breed auditief profiel. Dit onderwerp is ook door Dreschler – in het buitenland “Mr. Auditory Profile” genoemd – al vele jaren omarmd. In Oldenburg is een model ontwikkeld (FADE) voor het simuleren van auditieve experimenten, variërend van toonaudiometrie tot testen van spraak in ruis. Dit model is gevalideerd aan de hand van empirische data en toepasbaar in meerdere talen. Het is onder meer goed in staat de mate van spraakverstaan bij slechthorendheid te voorspellen.
Kollmeier ging ook in op de mogelijkheden om slechthorenden zelf aanpassingen aan hun hoortoestellen te laten maken. Tele-audiologie komt meer in zwang en net als prof. Dau gelooft Kollmeier dat de toekomst ligt in toepassing van AI met algoritmes gebaseerd op big data en machine learning. Uiteindelijk zal het ertoe leiden om de hoortoestelgebruiker zelf ‘aan het stuur te zetten’.
In zijn rede noemt prof. Dreschler het bouwen van bruggen als belangrijk motief in zijn werk. Onder andere in de relaties docent-student, wetenschap-praktijk en zorg-commercie. Aan de hand van zes thema’s licht hij dit verder toe: preventie van gehoorschade, diagnostiek en modelvorming auditief functioneren, signaalbewerking in hoortoestellen, hoortoestelaanpassing, zorgaanbod audiologie en opleidingen audiologie. Voor elk thema spreekt hij een bepaalde wens uit (vormgegeven als wensballonnen) voor de toekomst. Daarbij gaat het om bewustwording, begeleiding, samenwerking, evidence-based werken en transparantie. Dreschler heeft tijdens zijn loopbaan in belangrijke mate bijgedragen aan het borgen van de volgende generatie klinisch en experimenteel audiologen. Met de opleiding van 30 klinisch fysici en begeleiding van 24 promovendi heeft hij een blijvend stempel gedrukt op de toekomst van de audiologie.
Klik hier als u ook geinteresseerd bent in het interview met prof. Dreschler.