Plomp-test als gouden standaard
Zo’n 35 jaar geleden is in Nederland de basis gelegd voor de Plomp-test (Plomp en Mimpen, 1979). Daarbij worden korte zinnen aangeboden tegen een achtergrond van stationaire ruis volgens een adaptieve procedure (zie kader ‘Principe van de spraak-in-ruis test’). Voor de oorspronkelijke Plomp-test zijn 10 lijsten van 13 zinnen ontwikkeld. Er zijn later uitbreidingen gemaakt, waarvan de meest bekende de Versfeld- of VUmc-zinnen zijn (Versfeld et al., 2000). De test wordt beschouwd als de ‘gouden standaard’ voor het meten van spraakverstaan in ruis
De Plomp-test wordt voornamelijk gebruikt bij volwassenen of oudere kinderen. Sommige AC’s gebruiken de Versfeld-zinnen wel voor kinderen van 6-7 jaar, maar dan wordt veelal alleen gekeken of de belangrijke sleutelwoorden correct zijn verstaan.
Er zijn meer spraak-in-ruis tests beschikbaar voor kinderen, zoals de NVA-kinderlijsten met vaste ruisniveaus (Bosman, 1989); de SAP-test met ruis (‘SpraakAudiometrie met Plaatjes’; Crul, 1984; Crul et al., 1994) en de Nederlandstalige versie van de AAST test (‘Adaptiver Auditiver Sprachtest’; Coninx, 2005). Een goed overzicht en meer achtergrondinformatie over verschillende tests (voor Nederlands en Vlaams) is te vinden in het Leerboek Audiologie en in een recent overzichtsartikel van Hammer et al. (2013).
De DIN-test meet spraak-in-ruis bij een brede groep luisteraars en sluit aan bij de gouden standaard, de Plomp-test
De bestaande spraak-in-ruis tests meten spraakverstaanbaarheid met verschillende stimuli en taken voor de luisteraar. Er was behoefte aan een uniforme test waarmee de SRT voor de hele populatie van AC-patiënten kan worden gemeten, bij voorkeur met een grote leeftijdsrange (van jonge kinderen tot volwassenen) en geschikt voor verschillende maten van auditief functioneren (goedhorend, slechthorend, CI).