Soms zijn luistersituaties zo moeilijk en inspannend dat de luisteraar opgeeft. Er zijn daarnaast ook situaties waarin het investeren van veel inspanning juist wel “de moeite waard is”, bijvoorbeeld omdat het gesprek erg belangrijk voor de luisteraar is. Een recent ontwikkeld “Framework for Understanding Effortful Listening” (Pichora-Fuller e.a., 2016) beschrijft de factoren en processen die een rol spelen bij luisterinspanning.
SOMS ZIJN LUISTERSITUATIES ZO MOEILIJK EN INSPANNEND DAT DE SLECHTHORENDE LUISTERAAR OPGEEFT
Meten van inspanning: verschillende methodes
Momenteel ontbreekt het aan klinische methodes om luisterinspanning objectief te meten. Er is hier in de laatste jaren wel een groeiende belangstelling voor ontstaan bij onderzoekers, clinici en fabrikanten van hoor-hulpmiddelen. Recent is er een overzicht gepubliceerd van wetenschappelijke studies die in de afgelopen jaren op het gebied van luisterinspanning zijn verschenen (Ohlenforst e.a., 2017). Hierin wordt beschreven dat de verschillende methodes die gebruikt worden om inspanning te meten in drie categorieën kunnen worden ingedeeld: subjectieve methodes, gedragsmethodes en fysiologische maten.
Subjectieve methodes om luisterinspanning te meten
Bij subjectieve methodes worden er vragenlijsten gebruikt waarin de luisteraar aangeeft hoeveel inspanning het luisteren kost. De vragen hebben dan bijvoorbeeld betrekking op specifieke situaties in het dagelijks leven. Vaak wordt er ook gevraagd om een cijfer te geven over de inspanning die wordt ervaren tijdens een testafname. Meerdere studies geven aan dat mensen met gehoorverlies inderdaad meer luisterinspanning rapporteren dan mensen zonder gehoorverlies. Een nadeel van een subjectieve methode is dat het lastig kan zijn om verschillen tussen personen in de ervaren inspanning te interpreteren. Daarom is onderzoek naar meer objectieve maten van luisterinspanning belangrijk.
Gedragsmethodes om luisterinspanning te meten
Veel gedragsmethodes die ontwikkeld zijn om inspanning objectief te meten, maken gebruik van een “dual taak paradigma”. Dit zijn tests waarbij men twee taken tegelijk moet uitvoeren. Eén van deze taken is dan de primaire taak: de taak die de deelnemer moet prioriteren. Vaak is dit de luistertaak. De secundaire taak wordt tegelijk uitgevoerd. Dit kan bijvoorbeeld een geheugentaak zijn. De achterliggende gedachte van deze methode is dat wanneer het uitvoeren van de luistertaak meer inspanning kost, dit ten koste gaat van het uitvoeren van de secundaire taak. De prestatie op die secundaire taak wordt dus slechter als er meer luisterinspanning is. Een voordeel van deze methode is dat een dergelijke taak vrij gemakkelijk te implementeren is. Er is bijvoorbeeld geen speciale apparatuur voor deze metingen nodig. Wel kan het voor de deelnemer lastig zijn om de juiste taak te prioriteren. Daardoor is het soms moeilijk om de resultaten te interpreteren.
Fysiologische maten van luisterinspanning
Daarnaast worden er fysiologische maten voor inspanning gebruikt die aangeven in hoeverre een luistertaak leidt tot meer activiteit van het centrale of autonome zenuwstelsel. Zo kan er met elektroden op de hoofdhuid een electro-encefalogram (EEG) worden gemaakt. Dit geeft de hersenactivatie in reactie op auditieve signalen weer. Een andere objectieve methode is functional magnetic resonance imaging (fMRI). De activatie van hersengebieden, bijvoorbeeld tijdens het luisteren, zorgt voor een tijdelijke verandering van het zuurstofgehalte in het bloed. Dit wordt gemeten met fMRI.