Ga naar hoofdcontent Ga naar de hoofdnavigatie
Passend onderwijs in de Twinschool
Deel dit artikel

Passend onderwijs in de Twinschool

Dove, slechthorende en horende leerlingen samen naar school

2 februari 2009 - Leestijd 10 - 20 minuten

De Twinschool in Vught is een samenwerkingsverband tussen Viataal Talent, een school voor dove en slechthorende leerlingen, en basisschool De Schalm. Het doel is om in het onderwijs aan dove en ernstig slechthorende de voordelen van het regulier en het speciaal onderwijs te combineren. Door samen te werken in de Twinschool wordt de kennis van zowel speciaal als regulier onderwijs versterkt (Knoors, 1995). 

page.header_image.alt

Om de participatie van dove en slechthorende leerlingen in een onderwijsomgeving met horende klasgenoten te bevorderen (inclusie), zijn vanaf de jaren ‘80 speciale programma’s opgezet (zie Knoors, 2004). Het meest in het oog springende voorbeeld hiervan is het co-enrollment programma Tripod in Burbank (Californië) (Kirchner, 1994; Luckner, 1999; Kreimeyer, Crooke, Drye, Egbert & Klein, 2000). Co-enrollment staat voor samen naar school gaan. Tripod gaat uit van teamonderwijs door horende en dove leerkrachten. Zij geven samen les aan klassen met horende en dove leerlingen. De interactie vindt plaats in gesproken taal en gebarentaal en is gebaseerd op wederzijds respect, samenwerking en gelijkheid van status (Kirchner, 1994). Tripod heeft het ontwikkelen van een Twinschool voor leerlingen van Viataal Talent sterk beïnvloed. In het artikel (hieronder te downloaden) bespreken de auteurs de opzet en uitgangspunten van de in 2004 gestarte Twinschool en gaan ze in op de resultaten.

De Twinschool is een samenwerkingsverband tussen Viataal Talent, een school voor dove en slechthorende leerlingen, en basisschool De Schalm. Beide scholen liggen op hetzelfde terrein in Vught.

Potentieel sterke kanten van regulier onderwijs zijn het hebben van hoge verwachtingen over de mogelijkheden van leerlingen, ruimte voor zelfstandigheid door grotere groepsgrootte, de mogelijkheid tot gevarieerde sociale contacten, het hogere tempo van instructie en de brede kennis bij medewerkers over verschillende ontwikkelingsaspecten van leerlingen. De kracht van het speciaal onderwijs aan dove/ernstig slechthorende leerlingen ligt in het bieden van toegang tot communicatie en taal, het aanbieden van de Nederlandse Gebarentaal, de individuele ondersteuning van leerlingen, de aanwezigheid van dove/slechthorende rolmodellen en de specifieke orthopedagogische en orthodidactische kennis over de doelgroep.

De Twinschool is een succes gebleken. De resultaten van het vierjarige evaluatieonderzoek zijn overwegend positief. Ze bevestigen het beeld dat het combineren van speciaal en regulier onderwijs tot een succesvolle nieuwe vorm van onderwijs daadwerkelijk mogelijk is. Desondanks blijven er belangrijke aandachtspunten.

Het opzetten en uitvoeren van onderwijs in een Twinschool vraagt veel van medewerkers, vooral wat betreft samenwerking, (overleg)tijd en doorzettingsvermogen. Beide scholen moeten daarnaast bereid zijn en blijven om extra middelen te investeren bovenop het reguliere budget, onder andere in de vorm van compensatie in het taakbeleid van de betrokken leerkrachten.
De gelijkwaardigheid van alle betrokken partners zou nog beter tot zijn recht komen als het regulier en speciaal onderwijs nauwer gaan samenwerken in één onderwijsteam dat verantwoordelijk is voor alle leerlingen.

Geconcludeerd kan worden dat het daadwerkelijk vormgeven van inclusie geen gemakkelijke maar wel een hele uitdagende opgave is. Het vraagt extra investeringen van alle betrokkenen. Deze extra investeringen blijken op grond van de onderzoeksbevindingen en de overwegend positieve ervaringen van betrokken medewerkers lonend geweest te zijn.

De Klerk, A., Wauters, L. N. & Knoors, H. (2006). Eindverslag Evaluatie Twinschoolproject. Nijmegen, Nederland.

Friend, M. & Cook, L. (2000). Interactions: collaboration skills for school professionals (3rd ed). New York: Longman.

Gifford-Smith, M. E. & Brownell, C. A. (2003). Childhood peer relationships: social acceptance, friendships, and peer networks. Journal of School Psychology, 41, 235- 284.

Hermans, D., Knoors, H., Verhoeven, L. (2007). Testbatterij Nederlandse Gebarentaal. Sint- Michielsgestel, Nederland.

Kirchner, C. J. (1994). Co-enrollment as an inclusion model. American Annals of the Deaf, 139, 163–164.

Kreimeyer, K. H., Crooke, P., Drye, C., Egbert, V., & Klein, B. (2000). Academic and social benefits of a co-enrollment model of inclusive education for deaf and hard-of-hearing children. Journal of Deaf Studies and Deaf Education, 5, 174-185.

Kluwin, T. N. (1999). Coteaching deaf and hearing students: research on social integration. American Annals of the Deaf, 144, 339-344.

Kluwin, T. N., Stinson, M. S., & Colarossi, G. M. (2002). Social processes and outcomes of in-school contact between deaf and hearing peers. Journal of Deaf Studies and Deaf Education, 7, 200-213.

Knoors, H. (1995). Kan het speciale dovenonderwijs wat normaler worden? Woord en Gebaar, 15, 5, 14-17.

Knoors, H. (2004). Regulier basisonderwijs voor dove kinderen: een lonkend perspectief? Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 43, 10, 395-410.

Luckner, J. (1999). An examination of two co-teaching classrooms. American Annals of the Deaf, 144, 24-34.

Newcomb, A. F., Bukowski, W. M., & Pattee, L. (1993). Children’s peer relations: A meta- analytic review of popular, neglected, controversial, and average sociometric status. Psychological Bulletin, 113, 99.

Nunes, T., Pretzlik, U., & Olsson, J. (2001). Deaf children’s social relationships in mainstream schools. Deafness and Education International, 3, 123-136.

Schlichting, J.E.P.T., van Eldik, M.C.M., lutje Spelberg, H.C. & van der Meulen, S.J. (2003). Schlichting Test voor Taalproductie. Harcourt Test Publishers.

Stinson, M. S., & Antia, S. D. (1999). Considerations in educating deaf and hard-of-hearing students in inclusive settings. Journal of Deaf Studies and Deaf Education, 4, 163-175. Stinson, M. S. & Kluwin, T. N. (2003). Educational consequences of alternative school placements. In M. Marschark & M. E. Spencer (Eds.), Deaf studies, language, and education (pp. 52-64). New York: Oxford University Press.

Thissen, M., & Bendermacher, N. (1996). Kunst SocStat: Sociometric status. Nijmegen, The Netherlands: University of Nijmegen.

Van Eldik, M.C.M., Schlichting, J.E.P.T., lutje Spelberg, H.C. & van der Meulen, S.J. (2001).

Reynell test. Harcourt Test Publishers.
Verhoeven, L. & Vermeer, A, (2001). Taaltoets alle kinderen [Dutch language test for children]. Citogroep: Arnhem.

Wauters, L.N. & Knoors, H. (2008). Social Integration of Deaf Children in Inclusive Settings. Journal of Deaf Studies and Deaf Education, 13: 21-36.

Wentzel, K. (1989). Adolescent Classroom Goals, Standards for Performance, and Academic Achievement: An Interactionist Perspective. Journal of Educational Psychology, 81, 131-42.