Doeltreffend of niet?
Het lijkt erop dat de vroegbehandeling van Viataal Centrum voor Gezinsbegeleiding voor veel kinderen doeltreffend is geweest. Immers, de onderzochte groep kinderen laat aanzienlijke vooruitgang zien in hun taalvaardigheid, zowel in het taalbegrip als in de taalproductie. Ouders van kinderen in vroegbehandeling zijn over het algemeen zeer tevreden over deze vooruitgang en over de contacten die ze met het Centrum voor Gezinsbegeleiding hebben. Het kan niet uitgesloten worden dat de geconstateerde vooruitgang ook door andere factoren veroorzaakt wordt, bijvoorbeeld door biologische rijping, al was de vooruitgang groter dan op grond van rijping alleen verwacht mocht worden. Of het gevonden effect werkelijk en uitsluitend aan de behandeling toegeschreven kan worden, vergt een andere onderzoeksopzet. Bijvoorbeeld door insluiting van een controlegroep of door periodes van behandeling af te wisselen met periodes zonder behandeling. Ook is replicatie van onderzoeken nodig om te bezien of therapie-effecten ook in andere behandelcontexten stand houden. Vanwege het kleine aantal kinderen was het niet mogelijk om te onderzoeken of er een verschil is in de vooruitgang tussen kinderen die twee of vier dagen per week behandeld zijn. Aangezien de resultaten bij deze kinderen over het algemeen positief zijn, is er op dit moment geen aanleiding om het aantal dagen per week aan te passen. Een verlaging van de behandelintensiteit zou een negatieve invloed kunnen hebben op de vooruitgang in taalvaardigheid. Nader onderzoek met een grotere groep kinderen naar dit aspect is van belang om hier goede keuzes in te kunnen maken. Het gebruik van een grotere database en een controlegroep zijn in de toekomst van belang.
Uit de gegevens over de totale groep behandelde kinderen komt naar voren dat deze kinderen zeer divers zijn. Veel kinderen hebben een benedengemiddelde intelligentie of bijkomende ontwikkelingsproblemen. Voor deze kinderen biedt vroegbehandeling naast behandeling ook een intensief diagnostisch traject. Ook wordt er samen met de ouders gezorgd voor toeleiding naar een geschikte vorm van onderwijs en / of zorg. Voor medewerkers van vroegbehandeling betekent dit dat niet alleen deskundigheid nodig is voor de behandeling van kinderen met ernstige spraak- en taalmoeilijkheden, maar ook van slechthorende kinderen, kinderen met een autisme spectrum stoornis, meertaligheid en kinderen met een algehele ontwikkelingsachterstand. Tot slot, in de vroegbehandeling worden meerdere programma’s en methodieken ingezet. Over de effectiviteit van deze afzonderlijke programma’s en methodieken zijn veelal nog nauwelijks onderzoeksgegevens bekend. Voor de toekomst vormt dit een nieuwe uitdaging. Het gebruik van een grotere database en een controlegroep zijn van belang om niet alleen zicht te krijgen op de effectiviteit van de totale vroegbehandeling, maar ook om te onderzoeken welk effect de gebruikte methodieken hebben. Hierbij kan van grof naar fijn gewerkt worden, waarbij eerst het effect van de belangrijkste hoofdbestanddelen van vroegbehandeling (ouderbegeleiding, peutergroep en individuele therapie) onderzocht kunnen worden en vervolgens de aandacht uitgaat naar het effect van de afzonderlijke methodieken.