Ga naar hoofdcontent Ga naar de hoofdnavigatie
Spraak- en taalgestoorde kinderen, wat zijn dat voor kinderen?
Deel dit artikel

Spraak- en taalgestoorde kinderen, wat zijn dat voor kinderen?

14 augustus 1981 - Leestijd 10 - 15 minuten

In het voorjaar van 1981 geeft S.M.Goorhuis-Brouwer een lezing op de VeBOSS conferentie over spraak- en taalgestoorde kinderen. Ze bespreekt de minimum-spreeknormen en de aard van de problemen die er bij kinderen met een spraak- en/of taalstoornis gezien worden. Het is één van de eerste artikelen over deze doelgroep die in Van Horen Zeggen verschijnt.

page.header_image.alt

Cover van het tijdschrift in 1981

Inleiding

In de eerste plaats moeten wij ons da n afvragen wat we onder spraak- en taalvertraagde kinderen verstaan. In onze opvatting gaat het daarbij om kinderen die in vergelijking met leeftijdgenootjes duidelijk achter zijn in de ontwikkeling van hun artikulatie, hun taaibegrip en of taalproduktie. Soms komt het spreken zelfs helemaal niet op gang.

Wanneer we de normale spraak- en taalontwikkeling a Is norm nemen voor het vaststellen van een eventueel afwijkende ontwikkeling, moeten we goed op de hoogte zijn van deze ontwikkeling. We moeten ons daarbij niet laten leiden door de ontwikkeling van enkele zeer goede kinderen, bv. Nena Verhoeven (Een vogeltje in mijn buik, de taal van Nena, C. Verhoeven Ambo), of door kinderen van vrienden of van onszelf, maar door de ontwikkeling van de meeste kinderen.

Dit betekent dat studie van de normale kindertaalontwikkeling en observatie van veel kinderen een noodzakelijke voorwaarde is om een goede diagnosticus en therapeut te worden. Ik twijfel er niet aan dat u op de hoogte bent van de normale kindertaalontwikkeling. Ik wil met u die normale kindertaal dan ook niet uitgebreid behandelen. Wel wil ik u onze minimum-normen geven. Hieronder verstaan wij die prestaties opspraaktaal gebied die minimaal aanwezig moeten zijn, willen wij een kind gemiddeld noemen. Voordat ik hieraan begin wil ik u echter eerst het verschil tussen spraakontwikkeling en taalontwikkeling geven.

Spraakontwikkeling is de manier waarop kinderen de klanken van een taal leren waarnemen en produceren. De spraakontwikkeling wordt enerzijds bepaald door de controle die kinderen hebben over de spieren van hun tong, lippen en gehemelte, anderzijds door de mate waarin ze de verschillen tussen spraakklanken kunnen waarnemen. Zowel spierbeheersing als klankonderscheiding moeten kinderen leren. De eerste drie levensjaren heeft een kind nodig om de meeste spraakklanken van onze taal te leren herkennen en te produceren. Alleen de s en de r blijven vaak moeilijk tot ongeveer 6 jaar. Een vaste volgorde van klankontwikkeling is niet te geven. Een spraakstoornis is aanwezig wanneer kinderen na het derde jaar klanken niet goed uitspreken, weglaten of vervangen (uitgezonderd de s en de r). Het gaat hierbij om de klankproduktie op zichzelf, los van een context.

Taalontwikkeling is de manier waarop kinderen woorden en zinnen leren begrijpen en leren produceren volgens de daartoe geldende regels. De taalontwikkeling wordt enerzijds bepaald door de luisterontwikkeling en de kreativiteit van het kind, anderzijds door manier waarop de omgeving tegen het kind spreekt. Een taalontwikkelingsstoornis is aanwezig, wanneer kinderen problemen hebben met het invoegen van klanken in woorden, ondanks een goede artikulatie, of het begrijpen en/of produceren van woorden en zinnen (woordvorming, woordvinding, woordkeus, woordvolgorde, toepassen van vervoegingen en verbuigingen, formulering).

Download hieronder de pdf van het artikel