De behandeling
Het behandelaanbod bij Vroegbehandeling en Ambulatorium Fonopoli verschilt in duur, frequentie en inhoud. De peuters krijgen maximaal negen maanden groepsbehandeling met de Kentalis methodiek Jules voor TOS (Scheper, Rodenburg-van Wee, van Veen, Weterings & van Alphen, 2019). Kinderen met TOS-BP volgen een programma van drie dagdelen, terwijl de kinderen met TOS-P een programma van twee dagdelen krijgen, afhankelijk van de aard van hun taalprobleem. In elke groep is altijd een pedagogisch behandelaar en een logopedist aanwezig. Alle kinderen krijgen ook individuele logopedische behandeling, waarbij de handreiking Fonologie van Kentalis het uitgangspunt is (Scheper & Çavuş, 2016).
De kleuters krijgen een behandelprogramma van zes dagdelen in zes weken, bestaande uit twee individuele logopedische behandelingen en een groepsbehandeling. De individuele behandelingen van een logopedist bestaan uit (1) aanbod van een fonologische behandelmethodiek, die meer oefenmatig van aard is, en (2) aanbod van een communicatieve behandeling, die zich richt op het toepassen van klanken in woorden in de interactie met de ander (Bron, de Groot, Scheper & Verheugt, 2008). Daarnaast worden de ouders gecoacht in de communicatie met hun kind door een systeemgericht behandelaar. In de groepsbehandeling leert het kind beter communiceren met leeftijdsgenootjes door te werken aan een gezamenlijk fonologisch en communicatief doel.
Gebruikte onderzoeksinstrumenten
De cognitieve, talige en fonologische vaardigheden van de proefpersonen zijn met zoveel mogelijk gestandaardiseerde instrumenten onderzocht. De talige- en fonologische testen vormen het uitgangspunt voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen. Deze zijn gebruikt om de talige- en fonologische profielen van kinderen met een TOS te beschrijven. Bij de peuters en kleuters met een TOS is de niet-verbale intelligentie onderzocht met de SON-R-2 ½ -7 of de SON-R-2-8 (Tellegen & Laros, 2013, 2018).
Van de peuters en kleuters is voor het talige profiel het woordbegrip onderzocht. Bij de peuters is ook het zinsbegrip en de woord- en zinsproductie getest. Bij de kleuters is een verteltaak, de Frog Story Test (Scheper & Blankenstijn, 2013) afgenomen, waardoor er inzicht verkregen is in zinslengte (MLU en MLUL5), grammaticaliteit, complexiteit en vertelvaardigheid (plotstructuur). Deze verteltaak is niet genormeerd maar de kleuters met TOS zijn vergeleken met een kleine groep (n=75) zich normaal ontwikkelende kinderen waarvan de gemiddelde scores (percentages) bekend zijn (Roelofs, 1998).
Oudervragenlijsten zijn gebruikt om de verstaanbaarheid en de communicatie te beoordelen. Hiervoor is bij de peuters gebruik gemaakt van de Intelligibility in Context Scale (ICS, Mc Leod, Harrison & Mc Cormack, 2012). Deze vragenlijst bestaat uit zeven vragen (met een vijf-puntsschaal) over de verstaanbaarheid van het kind in verschillende situaties. Voor elk kind wordt een gemiddelde score op de zeven vragen berekend. Bij de kleuters is gebruik gemaakt van de Children’s Communication Checklist (CCC-2-NL, Geurts 2007). Deze vragenlijst bestaat uit 70 items, verdeeld in 10 schalen. Er worden drie samengestelde percentielscores berekend. De Algemene Communicatie Score (ACS), de Sociale Interactie Score (SIS) en de Pragmatiekscore. De CCC-2-NL is niet door alle ouders (valide) ingevuld.
Voor het fonologisch profiel is bij de peuters gebruik gemaakt van de screening van Metaphon (Leijdekker 2002), waarbij het aantal correct benoemde woorden is geteld. Het Percentage Consonanten Correct (PCC, Shriberg 1982) is berekend over het totaal aantal benoemde woorden van de Metaphon. Daarnaast zijn de fonologische vereenvoudigingsprocessen in kaart gebracht. Bij de kleuters is gebruik gemaakt van een spontane taalanalyse (Fonologische Analyse van het Nederlands, FAN, Beers, 1995, 1997) om de verstaanbaarheid te onderzoeken. Hiermee wordt de behaalde contrastgraad van de fonologische ontwikkeling bepaald en de fonologische vereenvoudigingsprocessen in kaart gebracht. De PCC is berekend over alle woorden uit de spontane taalanalyse. Tabel 2 geeft een overzicht van alle gebruikte onderzoeksinstrumenten bij de peuters en kleuters met een TOS.