Conclusie en aanbevelingen voor de praktijk
Het merendeel van de professionals in zorg en onderwijs van Kentalis en Auris behandelt kinderen met morfosyntactische stoornissen. De meeste professionals nemen naast de standaard diagnostische taken ook (semi-)spontane taalmaten af bij basisschoolkinderen met TOS met morfosyntactische stoornissen. Ze hebben echter vaak te weinig tijd voor een volledige spontane taalanalyse, terwijl dat wel de voorkeur heeft (zowel vanuit de professional als de literatuur).
De behandelduur en intensiteit van de behandelingen verschillen tussen professionals van zorg en onderwijs. Professionals gebruiken, naast hun eigen materialen, verschillende bestaande behandelmethodes in de morfosyntactische behandeling. Methodes zijn ingedeeld in ‘effectief’, ‘goed onderbouwd’ en ‘goed beschreven’ op basis van de effectladder [17]. Het is opvallend dat professionals relatief vaak behandelmethodes inzetten die weliswaar goed beschreven zijn, maar niet goed onderbouwd zijn door wetenschappelijk onderzoek, namelijk Transparant [12] of Suus en Luuk [13]. Goed onderbouwde methodes zoals MetaTaal [15], Story Grammar Training [16] of Communicatieve Taaltherapie [14] worden minder vaak ingezet. Een mogelijke reden hiervoor is dat het volgen van een cursus noodzakelijk is bij deze drie methodes. Het volgen van cursussen over deze methodes draagt bij aan evidence-based handelen.
De meeste professionals zetten bewust ondersteunende technieken in tijdens de behandeling, zowel in de behandeling van de receptieve als productieve morfosyntaxis. Het valt op dat professionals veel gebruik maken van visuele ondersteuning, maar dat andere effectieve ondersteunende technieken zoals recasting, modeling en focused stimulation minder worden ingezet. Juist deze technieken lijken effectief te zijn [18]. Het is dus van belang deze technieken meer in te zetten om de effectiviteit van de behandeling mogelijk te vergroten.
Logopedisten en klinisch linguïsten zouden meer tijd moeten krijgen voor spontane taalanalyses.
Uit een eerdere bevinding van Bruinsma en collega’s blijkt dat logopedisten soms onzeker zijn over hun grammaticale kennis [19]. Volgens de professionals in de huidige enquête is er niet altijd ruimte voor verdieping en nascholing gericht op de morfosyntaxis, terwijl zij daar wel behoefte aan hebben.
Dankzij de enquête en interviews hebben we inzicht gekregen in de huidige werkwijze rondom diagnostiek en behandeling van morfosyntactische stoornissen in de derde lijn en hebben we de behoefte van professionals in kaart kunnen brengen. Logopedisten en klinisch linguïsten zouden meer tijd moeten krijgen voor spontane taalanalyses en meer mogelijkheden moeten hebben voor verdieping en nascholing binnen hun organisatie. De Handreiking Grammatica kan in de toekomst gebruikt worden om onderbouwde keuzes te maken in de diagnostiek en behandeling van morfosyntactische stoornissen bij basisschoolkinderen met TOS. De enquête en interviews hebben ervoor gezorgd dat we de adviezen in de handreiking beter kunnen afstemmen op de huidige werkwijze van handelen van de professionals.
De handreiking is in eerste instantie bedoeld voor professionals binnen de derdelijns instellingen van Kentalis en Auris, maar zal uiteindelijk breder beschikbaar worden gemaakt. Het project valt onder het samenwerkingsplatform Deelkracht (ZG-expertise subsidie ZonMw).