Ga naar hoofdcontent Ga naar de hoofdnavigatie
VHZ homepage
Buitenlandse tijdschriften april 2025
9 april 2025 - Leestijd 5 - 10 minuten

VHZ-redacteuren Elma Blom en Loes Wauters selecteerden voor u enkele interessante artikelen uit internationale vaktijdschriften. Deze keer over pragmatiek bij dove en slechthorende kinderen en een artikel over de waarde van uitgelokte taal bij het herkennen van TOS bij meertalige kinderen.

Header image

Foto: Pixabay

Pragmatiek bij dove en slechthorende kinderen

Pragmatiek bij dove en slechthorende kinderen 

In dit artikel wordt een analyse beschreven van de literatuur over pragmatiek bij dove/slechthorende kinderen (DSH). De auteurs hebben 36 studies bekeken die onderzoek deden naar de gespreksvaardigheden en pragmatische vaardigheden van DSH-kinderen en -jongeren (licht tot ernstig gehoorverlies). In alle onderzochte studies ging het om kinderen die communiceren in gesproken taal en gebruik maken van CI en/of hoortoestellen.   

Onderzoeken naar gespreksvaardigheden gingen over vaardigheden tijdens vrije gesprekken of tijdens opdrachten om uitleg aan iemand te geven. Hierbij werd veelal gekeken naar maten als miscommunicatie, aantal verzoeken om verduidelijking, geven van verduidelijking, beurtname en beurtwisseling, aantal onderwerpen, aantal gestelde vragen, aantal beweringen, en sociale competentie (zoals assertiviteit, responsiviteit, wederkerigheid, etc.). Onderzoeken naar pragmatiek gingen over scores op vragenlijsten over pragmatische vaardigheden (zoals de Pragmatics Checklist van Goberis et al., 2012).

Uit de analyse van de 36 artikelen kwamen twee hoofdthema’s naar voren: een over de pragmatische vaardigheden en een over de factoren die de vaardigheden beïnvloeden.  
Met betrekking tot de eerste werd gevonden dat de vaardigheden van DSH-kinderen verschillen van die van horende kinderen. DSH-kinderen ervaren problemen in de pragmatiek en het voeren van gesprekken. Die problemen blijven bestaan tot in de volwassenheid. 

Factoren die de vaardigheden beïnvloeden waren:  

  • Demografische factoren: geslacht, leeftijd, non-verbale intelligentie, opleidingsniveau moeder 
  • Factoren gerelateerd aan het gehoor zoals mate van gehoorverlies, vroege diagnose en vroege interventie (het voldoen aan de 1-3-6 richtlijn), spraakherkenning en -discriminatie 
  • Omgevingsfactoren: taalinput van ouder, toegang tot vroege communicatieve interacties 
  • Cognitieve factoren: werkgeheugen 
  • Communicatiefactoren: spraakverstaanbaarheid, lexicale ontwikkeling 

De auteurs pleiten voor aandacht voor de pragmatische vaardigheden in interventie en voor het inzetten op de factoren waar we invloed op kunnen uitoefenen zoals het voldoen aan de 1-3-6 richtlijn voor tijdige diagnose en interventie, en de taalinput en vroege communicatieve interacties. Daarbij pleiten ze ook voor het ontwikkelen van interventies om de vaardigheden al op jonge leeftijd te stimuleren, want zonder tijdige interventie blijven de pragmatische problemen bestaan tot in de volwassenheid.  

Bongioletti, J., Doble, M., & Purcell, A. (2024). Conversation and pragmatics in children who are hard-of-hearing: a scoping review. Journal of Deaf Studies and Deaf Education, 29(4), 456-466. https://doi.org/10.1093/deafed/enae011

De waarde van uitgelokte taal bij het herkennen van TOS bij meertalige kinderen

De waarde van uitgelokte taal bij het herkennen van TOS bij meertalige kinderen 

De laatste jaren is er veel onderzoek gedaan naar het herkennen van een taalontwikkelingsstoornis (TOS) bij meertalige kinderen. Dit artikel rapporteert de resultaten van een systematische review en meta-analyse van 35 studies, met kinderen tussen de 2;0 en 11;9 jaar uit 40 verschillende talen. De manier van data verzamelen varieerde sterk: van verhalen vertellen tot gesprekken en het beschrijven van plaatjes. De uitkomstmaten verschilden eveneens, maar er werden aanzienlijke verschillen gevonden tussen meertalige kinderen met en zonder Developmental Language Disorder (DLD) op het gebied van morfosyntactische accuraatheid (zoals grammaticale fouten en weglatingen). 

Er waren ook verschillen in de lengte van zinnen, lexicale diversiteit, productiviteit en narratieve macrostructuur, maar deze waren minder groot. De methode van data verzamelen had geen invloed op de resultaten, wat suggereert dat dit niet uitmaakt. 

Samenvattend toont het onderzoek aan dat de analyse van taalsamples waardevol kan zijn bij het herkennen van TOS bij meertalige kinderen. Een combinatie van verschillende maten, zoals narratieve macrostructuur en morfosyntactische accuraatheid, kan nuttige informatie bieden voor een klinisch profiel en behandelplan. Het uitlokken van taal in alle talen van het kind is ideaal en gestructureerde taken zijn vaak nuttig, maar spel of een gesprek kan voor sommige kinderen beter werken. 

Ortiz, J. A., Nolasco, J. M., Huang, Y. T., & Chow, J. C. (2024). The Use of Language Sample Analysis to Differentiate Developmental Language Disorder From Typical Language in Bilingual Children: A Systematic Review and Meta-Analysis. Journal of Speech, Language, and Hearing Research, 67(10), 3803–3825. https://doi.org/10.1044/2024_JSLHR-24-00212