Pragmatiek bij dove en slechthorende kinderen
In dit artikel wordt een analyse beschreven van de literatuur over pragmatiek bij dove/slechthorende kinderen (DSH). De auteurs hebben 36 studies bekeken die onderzoek deden naar de gespreksvaardigheden en pragmatische vaardigheden van DSH-kinderen en -jongeren (licht tot ernstig gehoorverlies). In alle onderzochte studies ging het om kinderen die communiceren in gesproken taal en gebruik maken van CI en/of hoortoestellen.
Onderzoeken naar gespreksvaardigheden gingen over vaardigheden tijdens vrije gesprekken of tijdens opdrachten om uitleg aan iemand te geven. Hierbij werd veelal gekeken naar maten als miscommunicatie, aantal verzoeken om verduidelijking, geven van verduidelijking, beurtname en beurtwisseling, aantal onderwerpen, aantal gestelde vragen, aantal beweringen, en sociale competentie (zoals assertiviteit, responsiviteit, wederkerigheid, etc.). Onderzoeken naar pragmatiek gingen over scores op vragenlijsten over pragmatische vaardigheden (zoals de Pragmatics Checklist van Goberis et al., 2012).
Uit de analyse van de 36 artikelen kwamen twee hoofdthema’s naar voren: een over de pragmatische vaardigheden en een over de factoren die de vaardigheden beïnvloeden.
Met betrekking tot de eerste werd gevonden dat de vaardigheden van DSH-kinderen verschillen van die van horende kinderen. DSH-kinderen ervaren problemen in de pragmatiek en het voeren van gesprekken. Die problemen blijven bestaan tot in de volwassenheid.
Factoren die de vaardigheden beïnvloeden waren:
- Demografische factoren: geslacht, leeftijd, non-verbale intelligentie, opleidingsniveau moeder
- Factoren gerelateerd aan het gehoor zoals mate van gehoorverlies, vroege diagnose en vroege interventie (het voldoen aan de 1-3-6 richtlijn), spraakherkenning en -discriminatie
- Omgevingsfactoren: taalinput van ouder, toegang tot vroege communicatieve interacties
- Cognitieve factoren: werkgeheugen
- Communicatiefactoren: spraakverstaanbaarheid, lexicale ontwikkeling
De auteurs pleiten voor aandacht voor de pragmatische vaardigheden in interventie en voor het inzetten op de factoren waar we invloed op kunnen uitoefenen zoals het voldoen aan de 1-3-6 richtlijn voor tijdige diagnose en interventie, en de taalinput en vroege communicatieve interacties. Daarbij pleiten ze ook voor het ontwikkelen van interventies om de vaardigheden al op jonge leeftijd te stimuleren, want zonder tijdige interventie blijven de pragmatische problemen bestaan tot in de volwassenheid.
Bongioletti, J., Doble, M., & Purcell, A. (2024). Conversation and pragmatics in children who are hard-of-hearing: a scoping review. Journal of Deaf Studies and Deaf Education, 29(4), 456-466. https://doi.org/10.1093/deafed/enae011