Spelling bij kinderen met dyslexie en kinderen met TOS
In het themanummer van Stem-, Spraak-, en Taalpathologie een artikel van Elise de Bree en collega’s over spelling bij kinderen met dyslexie en kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Zij vergeleken het aantal fouten en de foutenpatronen in een woorddictee tussen 3 groepen kinderen in de leeftijd van 8 tot en met 10 jaar; namelijk kinderen met dyslexie, kinderen met een TOS en een controlegroep. De kinderen met een TOS waren verdeeld in een groep met- en zonder leesproblemen. De groep met dyslexie en de groep met een TOS maakten meer spellingsfouten dan de controlegroep. Het foutenpatroon van de kinderen met dyslexie en kinderen met TOS (ongeacht wel of geen bijkomende leesproblemen) was voor 3 spellingscategorieën vergelijkbaar: Ten eerste bij het spellen van woorden met foneem-grafeemassociaties die niet helemaal klankzuiver zijn (gauw als *gouw of *gou); ten tweede bij woorden waarin fonologie-orthografie- en morfologie moet worden gecombineerd, zoals bij een woord met een stomme -e- , bijvoorbeeld pittig als *pitteg; en ten derde bij woorden waarbij een spellingsregel moet worden toegepast, zogenaamde regelwoorden (metro als *metroo). De kinderen met dyslexie en de kinderen met TOS én leesproblemen maakten meer fouten dan de controlegroep en de kinderen met TOS zonder leesproblemen in zuivere foneemgrafeemkoppelingen (boek als *beok) en bij woorden die vragen om specifiek orthografische kennis zoals leenwoorden. In het artikel wordt vervolgens ingegaan op de rol van o.a. leesvaardigheden woordlezen en snelbenoemen op spelling en blijkt dat de invloed van deze leesvaardigheden op de woordspelling groot is. Naast dat het onderzoek bevestigt dat kinderen met dyslexie en kinderen met TOS spellingsproblemen hebben, geeft de specifieke foutenanalyse aanknopingspunten voor het spellingsonderwijs aan kinderen met dyslexie en kinderen met TOS.
Stem-, Spraak-, en Taalpathologie Vol 27 (2022): Themanummer: Emeritaat van professor Steven Gillis