Toegankelijkheid van lesmethodes
Volgens Marcel Janssen (Visio) is de toegankelijkheid van lesmethodes het grootste probleem voor blinde en slechtziende leerlingen. Er is bijvoorbeeld veel kennis over Inclusief Publiceren. Maar de meeste uitgevers doen daar niets mee, omdat het ‘niet verplicht’ is. De aanpassing kost hen teveel tijd en energie. Het probleem zit volgens Janssen in het woordje ‘redelijk’, want wat is een ‘redelijke aanpassing’? Janssen doet een oproep aan de overheid om inclusieve methodes verplicht te stellen.
Ook voor D/SH leerlingen is toegankelijkheid van lesmethodes een knelpunt. De Klerk noemt filmpjes of audiofragmenten zonder ondertiteling of tolk gebarentaal. De landelijke werkgroep ‘Sprong vooruit’ heeft wel contact met uitgeverijen, maar het is een “enorm traject”.
Gebarentaal
Annet de Klerk is positief over de aandacht die de groep dove en slechthorende leerlingen krijgt door het rapport en noemt een aantal aanbevelingen “herkenbaar en belangrijk”. Het is volgens haar niet realistisch dat alle leraren gebarentaal leren, gezien het kleine aantal D/SH leerlingen. Maar een oriënterende cursus over gebaren voor leraren in het regulier is bijvoorbeeld wel mogelijk.
Ella van Tilburg stapte van het SO over naar De Bolster in Sint-Michielsgestel, een reguliere school met een ‘medium setting’. Ze vertelt dat ze het er fijn had, vooral omdat er ook D/SH leerlingen in de klas zaten: “Daar had ik veel meer contact mee”. Ze vond het fijn om haar “moedertaal” te kunnen gebruiken, de Nederlandse gebarentaal. Nu ze op het VWO zit mist ze het contact met andere dove leerlingen.
Het beste van twee werelden
De Klerk noemt de samenwerking tussen regulier en speciaal “het beste van twee werelden”. Ze is blij met de opkomst van inclusiever onderwijs op ‘medium setting’ scholen zoals De Bolster van Kentalis en de Kleine Dichter van Auris. Maar er zitten nog D/SH leerlingen in het regulier onderwijs zonder enige vorm van ambulante begeleiding. De Klerk: “In hoeverre is de school dan goed voorbereid”?
Het tolkentekort is een aandachtspunt. Ella van Tilburg vertelt dat ze soms geen tolk kan vinden. “Aan het einde van de dag ben ik dan heel erg moe, ik probeer te gokken wat ze zeggen, dat is echt lastig”.
Wat kan wel?
Samenwerking met het speciaal onderwijs is volgens het college belangrijk voor inclusief onderwijs. De expertise uit speciaal onderwijs is volgens de onderwijsdirecteuren ook prettig voor de andere kinderen in de klas. Janssen noemt als voorbeeld de duidelijke atlas voor blinden en slechtzienden en hoorbare grafieken, te vinden op de website eduvip.
Volgens Janssen kijken opleidingen naar ‘wat niet kan’. Volgens de Klerk kunnen speciaal en regulier van elkaar leren, bijvoorbeeld door co-teaching en samen lessen voorbereiden. “Je staat er als reguliere school niet alleen voor, dus bedenk vooral: Wat kan wel?”
Het ministerie van OCW zal in maart komen met een routekaart voor inclusief onderwijs. Voor het onderwijsveld is het platform ‘Naar inclusiever onderwijs’ opgericht.
Het debat is terug te kijken via Week van inclusief onderwijs 2023 (naarinclusieveronderwijs.nl).