Ga naar hoofdcontent Ga naar de hoofdnavigatie
Week van inclusief onderwijs: Wat kan wel?
Deel dit artikel

Week van inclusief onderwijs: Wat kan wel?

21 februari 2023 - Leestijd 3 - 5 minuten

Op de tweede dag van de ‘week van inclusief onderwijs2023 staat onderwijs aan leerlingen met auditieve en visuele beperkingen centraal. Twee onderzoekers van het College van de Rechten van de Mens presenteren hun onderzoeksrapport over het recht op onderwijs voor D/SH leerlingen. Deelnemers aan het debat zijn een oud-leerling van Kentalis (Ella van Tilburg), een oud-leerling van Visio (Sem Velting) en twee directeuren onderwijs (Annet de Klerk van Kentalis en Marcel Janssen van Visio). 

page.header_image.alt

Afbeelding: Platform Naar Inclusiever Onderwijs

Tekst 1

Het College heeft onderzoek laten doen naar het recht op onderwijs van D/SH leerlingen en maakt zich zorgen over directe discriminatie van deze groep. De onderzoekers spraken leerlingen die op meerdere scholen geweigerd waren en leerlingen die hun tolk niet mochten meenemen in de klas. Scholen moeten weten dat dit verboden is. Artikel 24 van het VN-verdrag Handicap geeft leerlingen recht op toegankelijk onderwijs en lesmateriaal, ondersteuning en redelijke aanpassingen. De overheid moet daarnaast het leren van gebarentaal faciliteren. 

Maatwerk en flexibiliteit 

De onderzoekers interviewden achttien D/SH leerlingen uit het po en vo: “Als je een toverstaf had, wat zou je dan veranderen”? Een van de leerlingen is Tim, een slechthorende jongen van 11 jaar uit groep 8 met een hoorapparaat en solo-apparatuur. Zijn lievelingsvak is wiskunde. Bij spellingtoetsen kan hij de woorden niet goed onderscheiden, ook niet als de juf ze herhaalt. Kan hij wiskunde op vwo-niveau doen en de taalvakken op een lager niveau? 

Volgens het college moet er ruimte zijn voor maatwerk en flexibiliteit. Soms is de inspectie te rigide, een alternatief voor een luistertoets wordt dan bijvoorbeeld niet toegestaan. Ook eenvoudige aanpassingen worden nog niet altijd ingezet, zoals: rustig praten, niet met de rug naar de klas staan, een leerling foto’s van het bord laten maken, of vragen van andere leerlingen herhalen. 

Eenzaam in de klas 

D/SH leerlingen hebben in het regulier onderwijs vooral sociaal-emotionele moeilijkheden. Ze zijn snel vermoeid door de constante alertheid en hebben vaker pauze nodig. Daar is weinig begrip voor. Deze leerlingen voelen zich vaak eenzaam in de klas. Er is nog te weinig bewustzijn bij docenten en medeleerlingen. De leerlingen zijn wel blij met de begeleiding die ze krijgen. Maar sommige leerlingen zeggen dat hun begeleider meer kennis heeft over TOS en minder over DSH. 

De geïnterviewde ouders vinden het ‘gat te groot’: er is te weinig ondersteuning in het regulier en te weinig uitdaging in het speciaal onderwijs. Ze maken zich ook zorgen over het tolkentekort. 

Aanbevelingen 

Naast aanbevelingen voor de overheid staan er in het rapport aanbevelingen voor de onderwijsinstellingen, zoals: 

  • bied maatwerk in overleg met de leerling en ouders/verzorgers;
  • zorg dat ambulant begeleiders de juiste expertise hebben;
  • denk niet voor het kind maar vraag: “Wat heb jij nodig?”
  • houd oog voor het sociaal-emotionele welzijn van de leerling  

Tekst 2

Toegankelijkheid van lesmethodes 

Volgens Marcel Janssen (Visio) is de toegankelijkheid van lesmethodes het grootste probleem voor blinde en slechtziende leerlingen. Er is bijvoorbeeld veel kennis over Inclusief Publiceren. Maar de meeste uitgevers doen daar niets mee, omdat het ‘niet verplicht’ is. De aanpassing kost hen teveel tijd en energie. Het probleem zit volgens Janssen in het woordje ‘redelijk’, want wat is een ‘redelijke aanpassing’? Janssen doet een oproep aan de overheid om inclusieve methodes verplicht te stellen.

Ook voor D/SH leerlingen is toegankelijkheid van lesmethodes een knelpunt. De Klerk noemt filmpjes of audiofragmenten zonder ondertiteling of tolk gebarentaal. De landelijke werkgroep ‘Sprong vooruit’ heeft wel contact met uitgeverijen, maar het is een “enorm traject”. 

Gebarentaal 

Annet de Klerk is positief over de aandacht die de groep dove en slechthorende leerlingen krijgt door het rapport en noemt een aantal aanbevelingen “herkenbaar en belangrijk”. Het is volgens haar niet realistisch dat alle leraren gebarentaal leren, gezien het kleine aantal D/SH leerlingen. Maar een oriënterende cursus over gebaren voor leraren in het regulier is bijvoorbeeld wel mogelijk.   

Ella van Tilburg stapte van het SO over naar De Bolster in Sint-Michielsgestel, een reguliere school met een ‘medium setting’. Ze vertelt dat ze het er fijn had, vooral omdat er ook D/SH leerlingen in de klas zaten: “Daar had ik veel meer contact mee”. Ze vond het fijn om haar “moedertaal” te kunnen gebruiken, de Nederlandse gebarentaal. Nu ze op het VWO zit mist ze het contact met andere dove leerlingen. 

Het beste van twee werelden 

De Klerk noemt de samenwerking tussen regulier en speciaal “het beste van twee werelden”. Ze is blij met de opkomst van inclusiever onderwijs op ‘medium setting’ scholen zoals De Bolster van Kentalis en de Kleine Dichter van Auris. Maar er zitten nog D/SH leerlingen in het regulier onderwijs zonder enige vorm van ambulante begeleiding. De Klerk: “In hoeverre is de school dan goed voorbereid”? 

Het tolkentekort is een aandachtspunt. Ella van Tilburg vertelt dat ze soms geen tolk kan vinden. “Aan het einde van de dag ben ik dan heel erg moe, ik probeer te gokken wat ze zeggen, dat is echt lastig”. 

Wat kan wel? 

Samenwerking met het speciaal onderwijs is volgens het college belangrijk voor inclusief onderwijs. De expertise uit speciaal onderwijs is volgens de onderwijsdirecteuren ook prettig voor de andere kinderen in de klas. Janssen noemt als voorbeeld de duidelijke atlas voor blinden en slechtzienden en hoorbare grafieken, te vinden op de website eduvip. 

Volgens Janssen kijken opleidingen naar ‘wat niet kan’. Volgens de Klerk kunnen speciaal en regulier van elkaar leren, bijvoorbeeld door co-teaching en samen lessen voorbereiden. “Je staat er als reguliere school niet alleen voor, dus bedenk vooral: Wat kan wel?” 

Het ministerie van OCW zal in maart komen met een routekaart voor inclusief onderwijs. Voor het onderwijsveld is het platform ‘Naar inclusiever onderwijs’ opgericht.  

Het debat is terug te kijken via Week van inclusief onderwijs 2023 (naarinclusieveronderwijs.nl).