Zo leren peuters en kleuters met een TOS woorden
10 december 2016 - Leestijd 30 - 40 minutenOp basis van recente internationale literatuur geeft dit artikel een overzicht over het woordleren door jonge kinderen met en zonder een TOS.
In een andere studie is de invloed van genetische factoren gerelateerd aan woordenschat in de dreumes en peutertijd op taal-, lees- en cognitieve vaardigheden later in het leven onderzocht. Deze studie laat zien dat er minstens twee verschillende genetische factoren invloed hebben op lees- en en cognitieve vaardigheden van midden kindertijd tot jonge volwassenheid. Deze factoren komen beide al in de eerste levensjaren voor het eerst tot uiting, maar wel op een verschillende leeftijd. Daarnaast lijken de genetische invloeden op algemene cognitieve processen deels te verschillen van genetische invoeden op leesvaardigheid en verbale intelligentie.
In een derde studie is geprobeerd specifieke genen of biologische mechanismen te ontdekken die bijdragen aan de ontwikkeling van woordproductie en woordbegrip in verschillende leeftijdscategorieën tijdens de eerste drie levensjaren. Ondanks uitgebreide analyses heeft deze studie hier niet toe geleid. Wel werd er ook in deze studie bewijs gevonden voor gedeelde genetische invloeden tussen woordproductie in de peutertijd en latere cognitieve vaardigheden, zoals leesvaardigheid en intelligentie.
Tot slot is er een tweetal studies uitgevoerd om de genetische relatie tussen ontwikkelingsstoornissen (zoals ADHD en autisme) en cognitiegerelateerde eigenschappen (zoals leesvaardigheid en opleidingsniveau) te onderzoeken. Eén van deze onderzoeken laat zien dat genen die en rol spelen bij ADHD waarschijnlijk ook een rol spelen in verschillende taal- en leesvaardigheden. Deze relatie wordt grotendeels veroorzaakt door genen die ook te maken hebben met opleidingsniveau. Er zijn echter ook aanwijzingen voor gedeelde genetische invloeden tussen ADHD en met name leesvaardigheid die niet samenhangen met opleidingsniveau. Tot slot toont onderzoek uit dit proefschrift aan dat dezelfde genen, die gerelateerd zijn aan opleidingsniveau of leesvaardigheid, een verschillende rol kunnen spelen in autisme en ADHD.
Samenvattend; de ontwikkeling van woordenschat bij jonge kinderen wordt beïnvloed door meerdere genetische factoren en een aantal van hen speelt ook een rol in latere taal-, lees- en cognitive vaardigheden. Daarnaast zijn genetische relaties met ontwikkelingsstoornissen erg complex.
Ellen Verhoef promoveerde op 5 maart 2021 aan de Radboud Universiteit te Nijmegen.
Het proefschrift met uitgebreide Nederlandstalige samenvatting is hier te downloaden.