Inleiding
Kinderen met TOS hebben gespecialiseerde behandeling nodig om de taalontwikkeling te stimuleren en om bijkomende problemen te voorkomen of te verhelpen. In Nederland zijn verschillende instellingen die behandeling bieden aan jonge kinderen met TOS. De NSDSK is er daar één van en biedt een combinatie van groepsbehandeling, individuele logopedie en ouderbehandeling voor kinderen tussen de twee en vier jaar oud. Bij start, tijdens en na behandeling worden gegevens over de ontwikkeling van de kinderen met een vermoeden van TOS verzameld. Zo wordt er gekeken naar verschillende taaldomeinen, namelijk de receptieve woordenschat (het begrijpen van woorden), receptieve syntax (het begrijpen van zinnen), expressieve woordenschat (het uiten van woorden) en expressieve syntax (het maken van zinnen). Daarnaast wordt het gedrag en de stress die ouders ervaren gemonitord. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van tijdens de behandeling verzamelde data en is de ontwikkeling van 185 kinderen met een vermoeden van TOS in kaart gebracht.
De volgende onderzoeksvragen stonden centraal:
Hoe verloopt de expressieve en receptieve taalontwikkeling van kinderen met een vermoeden van TOS tijdens behandeling? Hierbij is niet alleen de groepsontwikkeling, maar ook de individuele ontwikkeling onderzocht.
Welke factoren voorspellen de taalvaardigheid na afloop van behandeling? Hierbij is onderzocht of verschillende factoren, zoals geslacht, gedragsproblemen, intelligentieniveau, behandelduur, het vermogen om zinnen te begrijpen (receptieve syntax) en het stressniveau van ouders voorspellend zijn voor de taalvaardigheid na behandeling.
Wat is de relatie tussen taalvaardigheid en het gedrag bij kinderen met een vermoeden van TOS? Hier is gekeken naar de relatie tussen taal en gedrag, en of verandering in taalontwikkeling leidt tot verandering in gedrag.
Is er een relatie tussen de taalvaardigheid van kinderen met een vermoeden van TOS en ouderlijke stress? De relatie tussen de taalvaardigheid van kinderen enerzijds en het stressniveau van hun ouders anderzijds is nader bekeken. Kennis hierover kan helpen om ook ouders zo goed mogelijk te ondersteunen.