Samenvatting
Eén van de belangrijkste doelen bij individuele hoortoestelaanpassingen is om de luidheidsperceptie met hoortoestellen zo goed mogelijk te herstellen. Dit wordt luidheidsnormalisatie genoemd. Alle moderne rekenregels streven enige vorm van luidheidsnormalisatie na. De rekenregels baseren zich daarbij op historische luidheidsdata of op luidheidsmodellen. Gezien het feit dat hoortoestelgebruikers nog veel klachten hebben over met name de luidheid van harde geluiden, is verder onderzoek naar luidheidsperceptie noodzakelijk. In dit proefschrift zijn verschillende aspecten van luidheidsperceptie onderzocht aan de hand van een drietal beperkingen van de huidige rekenregels.
De eerste beperking is dat luidheidsdata, die de basis vormen van de rekenregels, verzameld zijn met statische signalen. In de praktijk hebben we echter vaak te maken met dynamische signalen. De luidheid van dynamische signalen kan, zoals aangetoond in dit proefschrift, niet goed voorspeld worden door modellen gebaseerd op statische signalen.
De tweede beperking is dat rekenregels voor hoortoestellen voornamelijk gebaseerd zijn op drempelmetingen. In dit proefschrift wordt aangetoond dat gehoordrempels een slechte voorspeller zijn voor de luidheidsopbouw boven de gehoordrempel. De individuele verschillen in luidheidsfuncties zijn bovendien groot.
Tenslotte gaan de rekenregels ervanuit dat spectrale en binaurale sommatie verminderd is bij slechthorendheid en niet significant beïnvloed wordt door luidheidsnormalisatie. Uit ons onderzoek blijkt dat voor ernstigere gehoorverliezen na luidheidsnormalisatie spectrale en binaurale luidheidssommatie veel groter is dan voor normaalhorenden. Met name voor breedbandige signalen bleek dit een groot effect te zijn.
Bovendien blijkt dat ook zonder luidheidsnormalisatie in slechthorenden bij bilateraal aangeboden signalen het laagfrequente deel van het signaal een grotere bijdrage levert aan de totale luidheid dan het hoogfrequente deel. Bij normaalhorenden draagt juist het hoogfrequente deel meer bij.
Op basis van de resultaten van dit proefschrift kan geconcludeerd worden, dat voor een optimale individuele hoortoestelaanpassing, individuele luidheidsmetingen nodig zijn. Waarbij ook luidheidsmetingen aan breedbandige signalen meegenomen moeten worden.