Inleiding
Tot nu toe is een gedetailleerde relatie tussen subtypen van taalontwikkelingsproblemen en specifieke vormen van gedragsproblemen nog nauwelijks gelegd. Het hier beschreven onderzoek naar de relatie tussen de verschillende typen taalontwikkelingsproblemen en gedrag vond plaats in het kader van het VeBOSS-KUN onderzoek naar de classificatie van Ernstige Spraaktaalmoeilijkheden in Nederland. In deze studie werden 110 kinderen onderzocht met behulp van een uitgebreide taaltestbatterij met als doel te onderzoeken welke verschillende taalvaardigheden bij kinderen met ESM kunnen worden onderscheiden en geclassificeerd. Kinderen werden 3 jaar achter elkaar onderzocht. In dit artikel worden de gegevens van het tweede meetmoment gebruikt. Tevens werd het gedragsbeeld geïnventariseerd. De resultaten laten zien dat, evenals op het eerste meetmoment (zie van Daal, e.a., 2001), 4 taalfactoren onderscheiden kunnen worden: syntax, lexicaal-semantisch, spraakproductie en auditieve klankwaarneming.
40% van de jonge ESM/TOS-ers heeft ernstige gedragsproblemen
Bevestigd wordt dat de taalvaardigheden, en dus ook de taalproblemen, van kinderen met ESM duidelijk in verschillende typen onderscheiden kunnen worden (zie o.a. van Daal, Verhoeven & van Balkom, 2004). De geconstateerde gedragsproblemen kunnen onderscheiden worden in: internaliserende problemen (angst, laag zelfbeeld), externaliserende problemen (agressie en normoverschrijdend gedrag), sociale problematiek (teruggetrokken gedrag, weinig interacties met anderen) en problemen ten aanzien van het leergedrag/informatieverwerking (aandacht/concentratie en informatieverwerking). Belangrijk onderzoeksobject in de in dit artikel beschreven studie betrof de relatie tussen de specifieke afzonderlijke taalvaardigheden en de specifieke gedragsproblemen van de onderzochte kinderen.