Inleiding
Kennelijk is er geen overeenstemming over welke effecten op de taalontwikkeling men van Cl kan verwachten. Dit leidt ertoe dat ouders die een beslissing moeten nemen betreffende de begeleiding van hun jonge dove kind te maken hebben twee keuzeprocessen, een "taaidiscussie" en een "Cl discussie", die niet op elkaar zijn afgestemd zijn. Na een inventarisatie van de verschillende soorten onderwijs aan dove kinderen in Nederland en de effecten daarvan op de ontwikkeling van gesproken taal bij kinderen met een Cl, komen de auteurs op basis van beschikbare evaluatiegegevens tot de conclusie dat in alle taalsettings aan de voorwaarden voor optimaal implantaatgebruik kan worden tegemoet gekomen. De verschillende aspecten hiervan en de praktische implicaties worden besproken. Integratie - in enige praktische vorm – van hoorontwikkeling en NGT, dus parallelle tweetaligheid, is de enige mogelijkheid de aan het begin genoemde tegenstelling de wereld uit te helpen. In dat geval hebben dove kinderen de mogelijkheid zowel in de wereld van de doven als in die van de horenden te functioneren.