Wat is 'kwaliteit van taal'? Een kritische blik op ons normatieve kader
In de recente wetenschappelijke literatuur gaat het vaak over de ‘kwaliteit van taal’ in ouder-kind interacties. In dit artikel nemen MacLeod en Demers dit begrip onder de loep.
De auteurs onderzochten 78 artikelen over ouder-kind interactie gepubliceerd tussen 2010 en 2022. Maar liefst 42% geeft geen definitie van kwaliteit van taal. In de 45 overige artikelen lopen definities uiteen. Vaak gaat het over taalkundige complexiteit, strategieën om taal uit te lokken, verrijkende activiteiten, taalcompetenties van de ouders of het aantal verschillende sprekers. Enkele studies definiëren kwaliteit van taal via meertaligheid, kwantiteit of sociaal-economische status (SES). Ook de wijze van meten blijkt flink te verschillen. Taalkundige complexiteit kan lexicale diversiteit (i.e., hoeveel verschillende woorden worden gebruikt) maar kan ook zinslengte betreffen. Studies naar verrijkende activiteiten kunnen woorden tijdens activiteiten tellen, maar ook het aantal boeken in huis. Termen als ‘rijk’ of ‘verfijnd’, die wel gebruikt worden, zijn waardegeladen. Als laatste observeren MacLeod en Demers dat een onevenredig aantal studies gemarginaliseerde groepen betreft, zoals tweetaligen (met migratieachtergrond), gezinnen waarin sprake is van stoornissen en beperkingen en/of lage SES.
Kortom: onderzoek is onduidelijk en niet unaniem over de kwaliteit van taal en hoe dit gemeten wordt. De benadering is vaak weinig inclusief en er is sprake van een impliciete norm dat bij witte, middel tot hoge SES-gezinnen met typisch ontwikkelende kinderen de kwaliteit van taal in ouder-kind interacties niet bevraagd hoeft te worden. Deze studie benadrukt de noodzaak om voorzichtig om te gaan met een begrip als ‘kwaliteit van taal’.
Andrea A.N. MacLeod en Catrine Demers: 'Transmitting white monolingual Anglo-American norms: A concept analysis of “quality of language” in parent-child interactions.' op Cambridge University Press