Stem-, Spraak-, en Taalpathologie, december 2020
Themanummer: To Hear or Not to Hear
In dit themanummer over gehoor beschrijven Ketelaar en collega’s uitgebreid de klankontwikkeling van Nederlandse baby’s met gehoorverlies in vergelijking tot baby’s zonder gehoorverlies in de leeftijd van 6 maanden tot 18 maanden. De klankontwikkeling van een groep van 28 baby’s met licht tot zeer ernstig gehoorverlies en van 31 baby’s zonder gehoorverlies werd gevolgd. Jonge kinderen met gehoorverlies laten in het eerste levensjaar al een achterstand zien in de klankontwikkeling ten opzichte van leeftijdsgenoten zonder gehoorverlies. Binnen de groep kinderen met gehoorverlies zijn de verschillen groot. Ook werd onderzocht welke factoren, zoals mate van gehoorverlies, hoorhulpmiddelgebruik en hoorontwikkeling gerelateerd zijn aan de klankontwikkeling van kinderen met gehoorverlies. Hierbij bleek dat een hogere mate van gehoorverlies gerelateerd was aan een minder goede hoorontwikkeling en daarmee aan een minder goede klankontwikkeling: “Het belang van het stimuleren van een goede hoorontwikkeling wordt hier nogmaals onderstreept” (p.86). Een bijkomende bevinding was dat ouders de draagduur van hoortoestellen vaak lijken te overschatten. Voor professionals werkzaam in audiologische centra of gezinsbehandeling bevestigt dit het belang van bewustwording bij ouders over de draagduur van een hoortoestel bij hun kind.
In hetzelfde themanummer schrijven Langereis, Rijke en Vermeulen over spraakverstaan, taalvaardigheid en verbaal werkgeheugen bij kinderen met een cochleair implantaat (CI). De auteurs beschrijven dat voldoende spraakverstaan en taalaanbod over het algemeen leidt tot een leeftijdsadequate ontwikkeling van het woordbegrip bij kinderen met een CI. Maar, ze benoemen ook dat kinderen met een CI vaak beneden de norm presteren op het gebied van complexere taalvaardigheden. In dit artikel gaan de auteurs in op drie complexe vaardigheden: verbaal redeneren, vertelvaardigheden en morfo-syntactische vaardigheden. Daarnaast bespreken ze dat een minder optimaal functionerend werkgeheugen een belemmering kan zijn voor de verwerving van deze drie vaardigheden.
De artikelen zijn te lezen op de site van het tijdschrift voor Stem- Spraak en Taalpathologie.
Logopedie, april 2021, nummer 2
In de Logopedie van deze maand onderzoekt Van der Hoek-Snieders met haar collega’s het voorzetselgebruik van kinderen met TOS. Aan de hand van spontane taalanalyses van vier en vijf jaar oude kinderen (in totaal 10 kinderen) is gekeken naar het aantal voorzetsels, de variatie in voorzetsels en voorzetselfouten die worden gemaakt. Hierbij is gekeken of kinderen met TOS op deze drie onderdelen verschillen van kinderen met dezelfde talige leeftijd (8 kinderen) en dezelfde kalenderleeftijd (8 kinderen). Uit het onderzoek bleek dat het voorzetselgebruik van kinderen met TOS niet verschilde met de groep kinderen met een vergelijkbare talige leeftijd, maar wel met de kinderen die een vergelijkbare kalenderleeftijd hadden. De onderzoekers concluderen daarom dat de ontwikkeling van voorzetsels niet afwijkend, maar wel vertraagd lijkt te verlopen bij kinderen met TOS.