Kijken naar de mogelijkheden
Aansluiten bij de mogelijkheden van leerlingen, zichtbaarheid en geloven in jezelf zijn thema’s die telkens weer naar voren komen in een gesprek over haar werk. “In het regulier onderwijs gaan ze pas voor onze leerlingen lopen als ze zichtbaar zijn. Wat ik met zichtbaar bedoel? Dat je kunt aangeven wie je bent, wat je mogelijkheden zijn en wat je nodig hebt. Dat je niet bij een intakegesprek wordt afgewezen omdat je bijvoorbeeld een te laag taalniveau hebt. Zichtbaar maken is ook: als puber zeggen wat je kunt, dat je wilt leren en struikelen en dat je ervoor gaat.” Hinkema is ervan overtuigd dat kinderen en jongeren willen leren. “Als je maar aansluit bij hun behoeften. Kijk”, zegt ze terwijl ze een folder pakt. “Dit is Folkert, een jongen van drieëntwintig jaar. Hij heeft TOS en zit nu in het HBO. Hij heeft op het MBO en HBO zelf aangegeven waaraan hij behoefte heeft en zich zichtbaar gemaakt. Op het MBO met begeleiding van mij en op het HBO helemaal zelf! Deze folder gebruiken wij bij de begeleiding van leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis en de ondersteuning van zijn docenten in het regulier onderwijs. Op die manier kijk je niet naar de beperkingen, maar naar de mogelijkheden die de leerling zelf aangeeft.” De rol van leerkracht verandert hiermee van ‘zeggen hoe het moet’ naar ‘aansluiten bij de behoefte’ van die ene specifieke leerling. “Ik probeer vanuit het kind te denken en te beoordelen wat bij hem of haar past. Ik leer ze daarbij kritisch naar zichzelf te kijken om ze ook te laten zien dat je jezelf niet moet over- of onderschatten.” Na een korte stilte buigt ze naar voren en zegt ze gedreven: “Als er bij mijn leerlingen één keer de gedachte opkomt dat ze misschien wel naar het HBO zouden willen, dan wil ik dat eruit halen. Wat is dat? Waarom? Wat heb je daarvoor nodig? En als die stap dan is gemaakt, probeer ik contact met ze te houden. Via mail, LinkedIn en WhatsApp en op andere manieren heb ik contact met veel van mijn oud-leerlingen. Het helpt mij om te beoordelen of we de goede dingen hebben gedaan.”
School zonder toets
Hinkema erkent dat haar visie op de ontwikkeling van kinderen en onderwijs in de praktijk soms lastig vorm te geven is. “Ik zou wel willen meedenken over een school zonder toetsen. De huidige manier van toetsen kan veel druk geven en de groei van een leerling belemmeren. Een cijfer kan bijvoorbeeld een beginsituatie zijn voor een dialoog met de leerling over wat er niet is begrepen en niet om je te vergelijken met andere leerlingen. Ook vind ik het jammer dat er zoveel gecontroleerd wordt en dat regels en beleid te weinig rekening houden met individuele mogelijkheden van leerlingen en leerkrachten. Dat ga ik binnenkort inbrengen bij de Onderwijscoöperatie en hoop ik ook naar voren te brengen in een gesprek met minister Bussemaker dat wij nog hebben. En als het over Passend Onderwijs gaat dan zal ik laten zien dat niet ieder kind gebaat is bij een plek op een reguliere school. Sluit aan bij de mogelijkheden van een leerling, maak dit zichtbaar en zet hier goede begeleiding op. Dat moet het uitgangspunt zijn.”
Kijk naar het doel
Met ruim dertig jaar onderwijservaring is Hinkema nog steeds onverminderd enthousiast. Regels en de vele veranderingen in het onderwijs maken haar niet cynisch. Vrolijk licht ze toe: “Dat komt door de leerlingen en mijn collega’s. Die zijn niet veranderd en nog altijd heel leuk. En over die regels zeg ik vaak: ‘Oké, dit is de regel, maar blijf kijken naar het doel. We gaan doen wat de praktijk nodig heeft. Regels creatief benaderen met als doel optimale begeleiding van de leerling vind ik een uitdaging.” Lachend: “Ook dat wil ik de minister vertellen.”