Ga naar hoofdcontent Ga naar de hoofdnavigatie
VHZ homepage
Vragen van leerkrachten

Vragen van leerkrachten

Beantwoord door enkele oudleerlingen

1 augustus 1963 - Leestijd 10 - 15 minuten

In 1963 spraken doven voor de eerste maal in de historie op een vergadering van doofstommenonderwijzers. Oud-leerlingen van de Ammanschool in Amsterdam beantwoordden vragen van leraren van dat moment. De oud-leerlingen waren jongeren en drie personen boven de 30 jaar. 

Header image

Inleiding

Inleiding

Op de laatste Algemene Vergadering van de Vereniging tot bevordering van het Doofstommenonderwijs werd een forum gehouden (1962, red.). Vier doven beantwoordden een vijftal vragen.

Op de Algemene Vergadering verleden jaar in Rotterdam gaven dove kinderen onder leiding een demonstratie van rhytmische oefeningen.

Nu voor de eerste maal in de historie doven als sprekers op een vergadering van doofstommenonderwijzers !

De forumleden waren oud-leerling van de Ammanschool en van verschillende leeftijd. De heer Bot was de representant van de „oude garde", de dames W. Hendriks en T. de Ridder vertegenwoordigden de jongeren, terwijl de heer H. Buter tot de dertigers behoorde.

Vraag 1

Vraag 1.

HOE STAAT U TEGENOVER HET VERKEREN VAN DOVEN IN VERENIGINGEN SPECIAAL VOOR DOVEN? ZIJN ER NADELEN ? ZIJN ER VOORDELEN ? ZIJN ER BEZWAREN VERBONDEN AAN HET LIDMAATSCHAP VAN DOVEN IN EEN VERENIGING VAN HORENDEN ?


Mej. W. Hendriks :
De nadelen zijn : Wanneer de doven meer en vaker bij elkaar blijven, wordt het contact voor ze met de horenden moeilijker. Met het oog op de werkzaamheden bij de horenden moeten de doven er rekening mee houden. Dus vind ik dat de doven zich zoveel mogelijk moeten proberen aan te passen bij de horenden. Aangezien het onderwijs steeds beter en moderner wordt, geloof ik, dat ik voor de doven van later geen nadeel noem.

Een eigen vereniging betekent een echte en enige ontspanning voor de doven

De voordelen zijn : Een echte en een enige ontspanning voor de doven. Ieder mens zoekt eigen ontspanning en waarom mogen de doven dat niet doen?
Of er bezwaren zijn aan het lidmaatschap van de doven in een horende vereniging? Natuurlijk niet, want als de doven dat willen, bestaat dat voor ze geen bezwaar. Bij voorbeeld als het om de sport gaat, letten de doven net als de horenden op de sport in plaats van op de andere dingen.

De heer Bot :
Het is voor een dove heel gemakkelijk gebaren te maken, om zich verstaanbaar te maken. Nu moet U als horende goed begrijpen, dat wij al de hele dag in een wereld van horenden ons op de meest moeilijke wijze met de ander verstaanbaar moeten maken. Ik zou dan ook tegen de tegenstanders van de gebaren willen zeggen: gun ons dat ogenblik van normaal kontakt met de ander toch. 

Gun ons dat ogenblik van normaal kontakt met de ander

Ik weet wel, dat we ons steeds maar moeten oefenen in het liplezen: oefening baart kunst. Maar U horende heeft er geen begrip van hoe moeilijk dat liplezen vaak is, tegen de zon, sommige mensen doen hun mond bijna niet open, keren zich ineens om, enz.
Het is heerlijk om zo nu en dan eens vlot met elkaar te kunnen praten.

De heer Buter :
Bij het taalonderwijs heb ik gezegd, dat de doven wat taalverwerving betreft veel te veel onderschat worden, maar nu moet ik zeggen, dat de doven bij het liplezen te veel overschat worden. Wat is natuurlijker, dan dat de doven hun toevlucht nemen tot de gebarentaal ?
Ik heb eens gelezen in het Dovenorgaan, dat de Noordamerikaanse Indianen een complete gebarentaal erop nahielden. Deze taal hebben zij ontwikkeld om zonder gerucht gesprekken met elkaar te kunnen voeren in de nabijheid van een vijandelijke stam, b.v. bij een overval. Nu kan ik de vraag stellen : Waarom leren de horenden niet zelf gebaren maken ?
Het heeft zeker zijn voordelen, al is het niet om onhoorbaar voor vijanden te blijven. Maar tegenwoordig is er zoveel lawaai en het is dan wel gemakkelijk, als je dan ongestoord een gesprek kunt voeren in gebaren; of b.v. door glazen afscheidingen. De horenden hadden eerst alleen de gesproken taal. Later kwam het schrift erbij. Zou dan niet de gebarentaal erbij kunnen komen ?
Nu zal ik eens wat vertellen over wat ik een paar jaar geleden beleefd heb in Londen. Ik ging daar naar een club voor doven en toen ik daar binnenkwam, was ik verrast onder de doven in het geheel geen gebaren te zien. Ik liep op een paar voor mij onbekende doven toe en stelde mij voor als een dove uit Holland. De kennismaking verliep heel aangenaam en in het gesprek, dat daarop volgde (een mengelmoes van gesproken en geschreven woorden en gebaren, want ik ken aardig goed Engels maar kan heel slecht liplezen in het Engels) vroeg ik naar het vreemde feit, dat er geen gebaren gemaakt werden door de andere clubleden. Een Engelsman verklaarde toen, dat er een commissie van doven in de club aanwezig is, die er streng op toeziet, dat er geen gebaren gemaakt worden, anders gaat de persoon in kwestie eruit !

Een commissie van doven zag er streng op toe dat er geen gebaren gemaakt werden

Op mijn opmerking, dat ik het wel rigoureus vond, kreeg ik te horen, dat een club van standing is ! In andere dovenclubs worden wel gebaren gemaakt.
De Engelsman nodigde mij uit enige dagen later bij hem te komen eten. Bij hem op bezoek gekomen, maakte ik kennis met zijn moeder van ca. 80 jaar, een heel sympathieke dame en zijn vrouw, ook doof. De moeder is horend. Man en vrouw hebben een zoon en dochter, allebei doof en op kostscholen. Na de heel gezellige maaltijd kwamen enige dove vrienden van de gastheer op bezoek. De bejaarde, horende dame was ergens anders in het huis en de doven maakten gebaren met elkaar. Ik zei toen tegen de gastheer, dat hij ook niet afkerig was van gebaren. Zijn antwoord : „Ja, het is toch wel gemakkelijker". Ik kon het mij best voorstellen, maar even later kwam de bejaarde dame binnen en toen zeiden de doven (van middelbare leeftijd !) tegen elkaar : „Niet gebaren maken!"
Ik kreeg te horen, dat de horende moeder daar niet van hield. Nu vraag ik u : Hoe vindt u dat nou ? Dat is gewoon dictatuur van de horenden over de doven !