Wat zouden mogelijke oplossingen kunnen zijn?
Volgens Gerrits kunnen we wel tijdelijke oplossingen bedenken maar dat zijn lapmiddelen en geen structurele oplossingen. “We moeten veel meer out of the box denken. Er zijn in Europa maar 10 landen met speciaal onderwijs. In veel landen werken logopedisten in reguliere scholen en vindt taaltherapie in school plaats. Voor kinderen die een intensievere vorm van ondersteuning nodig hebben zijn er de zogenaamde taalunits, met logopedisten en SEN (special educational needs, red) leerkrachten. Het kind zit dan in het reguliere onderwijs, maar ook een dagdeel in een kleiner groepje met aandacht voor taal. Ik denk dan ook dat we de expertise van het cluster-2 onderwijs veel zichtbaarder moeten maken en meer moeten inzetten in het reguliere onderwijs dan nu gebeurt.” Ook Hajer is een voorstander van meer inclusief onderwijs. “Zweden is daar een voorbeeld van. Met veel expertise in de school. Een schoolleider kijkt naar wat een kind nodig heeft, wat daarvan gerealiseerd kan worden in de reguliere klas en waar extra ondersteuning en expertise nodig is, zo mogelijk ook binnen die reguliere groep. Nu is de benadering dat je naar individuele kinderen kijkt en naar welke deficiënties ze hebben, in plaats van we moeten de expertise van het cluster-2 onderwijs veel zichtbaarder maken en meer inzetten in het reguliere onderwijs dan nu gebeurtgoed te kijken naar wat we op die scholen kunnen doen om voor alle kinderen de taalontwikkeling te bevorderen.” Hajer pleit er ook voor om op alle scholen leerkrachten te hebben met de bevoegdheid om Nederlands als tweede taal te onderwijzen. “Het is hard nodig dat er duidelijkheid komt over de bekwaamheden die in iedere school aanwezig zouden moeten zijn. Dan kunnen schoolleiders daar hun personeelsbeleid op baseren en gericht zoeken naar opleidingen en nascholingen waar leraren zich verder kunnen bekwamen.”
Een andere optie is het centraliseren van kennis. Dit is iets waar Gerrits voor pleit: “Er bestaat een netwerk van meertalige logopedisten. Het zou mooi zijn als meertalige professionals in diagnostische centra en scholen worden aangesteld.” Ook zou het helpen als dit netwerk beschikbaar is voor online consultatie: “Stel, je maakt een spontane taalopname van de thuistaal van een kind. Als je dit kunt delen met iemand in het meertalige logopedistennetwerk die deze taal spreekt is een veel objectiever oordeel mogelijk over het niveau van de taalvaardigheid.” Hajer: “Het is nu nog een probleem om in het reguliere onderwijs specialisten te betrekken die kunnen diagnosticeren met inzet van de eigen taal, dat moet veranderen”. In Zweden is bij wet geregeld dat nieuwkomerskinderen een brede intake krijgen vanuit de eerste taal. Daaruit volgt wat het kind nodig heeft, of het kind misschien specialistische hulp nodig heeft, maar ook wat het kind al kan op verschillende vakgebieden in de eerste taal.”