SH-onderwijs en CI
Op 17 maart 2009 nam Theo Laceulle afscheid van de Van Gilseschool met een studiemiddag voor het team met als titel ‘Het belang van het behoud van expertise in het SH-onderwijs’. Deze titel verwoordt de zorg die al langer bij hem leeft. “Ik wilde een statement maken. Door verschillende ontwikkelingen loopt het SH-onderwijs gevaar. Passend onderwijs en betere apparatuur, waaronder CI, zijn enkele voorbeelden die er de oorzaak van zijn dat het aantal aanmeldingen terugloopt. “Begrijp me goed”, benadrukt hij, “ik ben zeker een voorstander van slechthorende leerlingen in het regulier onderwijs, maar sommigen zijn, vooral in de jonge basisschoolleeftijd, beter af in het SO. Er moeten dan echter wel voldoende kinderen aangemeld worden, zodat we de expertise die nodig is om deze kinderen goed te begeleiden kunnen vasthouden en borgen voor de toekomst. Nu is het zo dat er een gat dreigt te ontstaan tussen het onderwijs voor doven en het basisonderwijs. In een continuüm van zorg hoort het SH-onderwijs thuis.”
Ik pleit voor een soort glijdende schaal waarbij per kind wordt bekeken waar hij of zij het beste past
Wat vraagt het onderwijs aan slechthorende leerlingen van leerkrachten? “Natuurlijk moeten ze een audiogram goed kunnen lezen en interpreteren, maar belangrijker is nog dat je je er als leerkracht van bewust bent dat je met slechthorende kinderen werkt. Ze missen namelijk veel. Je moet hier voortdurend aandacht voor hebben. De mate van slechthorendheid verklaart voor een belangrijk deel hun gedrag en de wijze waarop ze kennis opdoen. We hebben in Haarlem dan ook nog steeds een aparte SH-afdeling.”
Laceulle schetst een aantal oplossingen. “Allereerst vind ik dat veel CI-leerlingen beter op hun plaats zijn in het SH-onderwijs. Velen functioneren namelijk als slechthorend en niet als doof. Toch blijven ze in het dovenonderwijs, niet omdat dit per se beter voor ze is of omdat dit aansluit bij hun identiteit, maar misschien wel omdat je voor dove leerlingen meer geld krijgt van de overheid. Ik pleit voor een soort glijdende schaal waarbij per kind wordt bekeken waar hij of zij het beste past en waarbij dan een passende bekostiging komt.”
Daarnaast pleit Laceulle voor het bundelen van kennis. “In de ’REC’s zijn er verschillende steunpunten voor autisme. Er zouden SH-kenniscentra moeten komen. Dit kan op REC-niveau, maar ook landelijk.”
*noot van de redactie: onder ESM (Ernstige Spraakmoeilijkheden) vielen voorheen de huidige TOS-leerlingen