Trainen van executieve functies
De laatste jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor behandelingen die zich richten op het verbeteren van executieve functies, zoals het aanleren van cognitieve vaardigheden die gebaseerd zijn op EF (bijvoorbeeld planningsvaardigheden of metacognitieve strategieën) (Dawson & Guare, 2010). Ook laat onderzoek zien dat EF verbeterd kunnen worden door ze direct te trainen. Hierbij is er met name gekeken naar werkgeheugen. Lange tijd werd gedacht dat de capaciteit van het werkgeheugen constant is en niet vergroot kan worden. Inmiddels weten we dat het aantal items dat iemand kan onthouden wel groter kan worden na training (Klingberg et al., 2002). Onderzoek naar het trainen van inhibitie en cognitieve flexibiliteit is nog veel minder gedaan, al zijn er wel enige aanwijzingen dat ook deze functies door training te verbeteren zijn (Rabipour & Raz, 2012).
De meest bekende werkgeheugentraining is Cogmed. Dit is een gecomputeriseerde training ontwikkeld door Klingberg en collega’s voor kinderen met ADHD. In de training doorlopen kinderen gedurende vijf á zes weken 25 sessies met verbale en visueel-ruimtelijke werkgeheugentaken. Verschillende onderzoeken naar het effect van deze training bij kinderen met ADHD laten zien dat de werkgeheugencapaciteit van de kinderen significant is verbeterd na afloop van de training. Ook wordt er verbetering gezien op andere functies, zoals inhibitie en complex redeneren. Bovendien rapporteren de ouders van de kinderen na afloop van de training minder onoplettend gedrag en andere ADHD-symptomen (Holmes et al., 2009; Klingberg et al., 2005).
Deze positieve effecten worden in enkele andere recente studies slechts deels bevestigd. Er zijn met name vragen over het effect van de training op langere termijn en de generaliseerbaarheid van het effect. Vrijwel altijd wordt er wel een near transfer gevonden, wat betekent dat kinderen ook vooruitgaan op niet-getrainde taken voor dezelfde functie of functies die er erg op lijken. Maar als het gaat over een far transfer (dat wil zeggen een brede generalisatie naar andere cognitieve maten en schoolprestaties) dan zijn de resultaten wisselend. Daarnaast is de vraag of de effecten op langere termijn blijven bestaan.
Ook bij andere doelgroepen wordt Cogmed onderzocht, zoals bij kinderen met verworven hersenletsel en bij kinderen met een CI (Lundqvist et al., 2010; Kronenberger et al., 2011). Ondanks dat hierbij dezelfde vragen spelen als bij kinderen met ADHD, wijzen de resultaten overwegend op een positief effect van de training, in ieder geval als het gaat om verbetering van het werkgeheugen zelf.
Een training met game elementen leidt tot een hogere motivatie
Aangezien we weten dat kinderen met TOS vaker werkgeheugen- en andere EF problemen laten zien is het van belang om te onderzoeken of een dergelijke training voor hen een positieve bijdrage kan leveren. Dit is dan ook aanleiding geweest om de huidige pilot te starten.
Braingame Brian
In Nederland heeft de Task Force ADHD & Computer het programma Braingame Brian ontwikkeld. Dit is een EF training met game elementen voor kinderen met cognitieve controleproblemen in de leeftijd van 8 tot 12 jaar (Ten Brink et al., 2013). In de training wordt naast werkgeheugen ook inhibitie en cognitieve flexibiliteit getraind. De trainingstaken zijn ingebed in een computerspelwereld met game elementen. Hier is voor gekozen, omdat bekend is dat game elementen leiden tot een hogere motivatie en ze het effect van de training vergroten (Dovis et al., 2012; Solanto et al., 1997). De training is adaptief: hoe moeilijk de trainingstaken zijn wordt na elke sessie automatisch aangepast aan het niveau en de prestaties van kind. De werkgeheugentaak bestaat uit het onthouden en natikken van een aantal willekeurig oplichtende blokjes op een rooster van 4x4. De inhibitietaak is een stoptaak waarbij het kind moet reageren binnen een bepaalde range en vervolgens niet moet reageren als de stimulus van kleur verandert. Bij de cognitieve flexibiliteittaak moet het kind afwisselend sorteren op kleur of vorm.
De training bestaat uit 25 sessies van 30 tot 45 minuten die in zes weken tijd voornamelijk thuis door het kind gespeeld worden. Per sessie wordt ongeveer 30 minuten besteed aan de trainingstaken en de rest van de tijd aan ‘rondlopen’ in de spelwereld. In de spelwereld is Brian de hoofdpersoon. Hij is een creatief jongetje dat graag dingen uitvindt. Gedurende het spel breidt de spelwereld zich uit met nieuwe omgevingen en personen. Brian bedenkt met zijn uitvindingen steeds interessante oplossingen voor de problemen van de personages. De kinderen die het spel spelen, helpen Brian met het ontwerpen en uitvoeren van zijn uitvindingen door de werkgeheugen-, inhibitie- en cognitieve flexibiliteitstaken te oefenen.
Pilot onderzoek Braingame Brian
Bij het Spraak & Taal Ambulatorium van Kentalis heeft een pilot onderzoek plaatsgevonden met als doel te onderzoeken wat het effect is van de EF training Braingame Brian bij kinderen met TOS. Om het effect van de training in kaart te brengen zijn voor de start van de training, direct na de training en een half jaar na afloop van de training verschillende taken afgenomen. Met deze taken is gekeken of de training al dan niet heeft geleid tot een verbetering van EF.
Deelnemers
In totaal hebben 10 kinderen met TOS (8 jongens; 2 meisjes) deelgenomen aan de pilot. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 9;4 jaar. Alle ouders hadden vooraf schriftelijk toestemming gegeven voor deelname van hun kind aan het onderzoek.
Materiaal
Bij de voormeting en de nameting direct na de training zijn de volgende neuropsychologische testonderdelen afgenomen:
- Werkgeheugen: Om de verschillende onderdelen van het werkgeheugen in kaart te brengen zijn de volgende subtesten van de AWMA gebruikt: Digit recall (verbaal korte termijn geheugen), Listening recall (verbaal werkgeheugen), Dot matrix (visueel-ruimtelijk korte termijn geheugen) en Spatial recall (visueel-ruimtelijk werkgeheugen).
- Inhibitie: Loop, sta stil van de TEA-Ch
- Cognitieve flexibiliteit: Trailmaking Test uit D-KEFS.
Begeleiding van het kind door ouders blijft noodzakelijk
Naast deze taken zullen bij de follow-up zes maanden na afloop van de training nog een aantal andere taken en vragenlijsten afgenomen worden. Doel hiervan is de prestaties van de kinderen wat betreft andere cognitieve functies, zoals planning, aandacht en geheugen in kaart te brengen en hun dagelijks functioneren wat betreft (probleem)gedrag en EF te beoordelen.
Eerste bevindingen
De kinderen uit de pilot hebben over het algemeen met plezier aan de training deelgenomen. Ze vonden vooral de spelwereld leuk en dit leek hun motivatie voor de training te bevorderen. Wel zagen we dat sommige kinderen het lastiger vonden om hun motivatie vast te houden als de taken echt moeilijk werden. Dit vraagt om begeleiding door ouders of de trainer. Daarnaast is het belangrijk dat kinderen goed geïnformeerd worden over het doel van de training: ze moeten weten dat het een training is die bedoeld is om EF te verbeteren en geen computerspel zoals ze in hun vrije tijd spelen.