Na een les in Deaf Culture gegeven te hebben aan de UvA, fiets ik direct door naar de Munt, terwijl ondertussen mijn partner de oppas uitlegt wat onze zoon van 6 maanden zoal uitspookt in de avond. Om deze documentaire te zien, hebben we voor de allereerste keer een oppas geregeld. Zo graag willen wij als dove medemensen de documentaire zien. Mijn ouders, die er speciaal helemaal voor uit Middelstum (Groningen) komen, vraag ik ook mee voor de gezelligheid en vooral omdat zij mij een soortgelijke opvoeding als in de film hebben gegeven: met gebarentaal en in contact met de Dovenwereld.
De hele film door ben ik aan het genieten en herkennen, het is alsof ik naar mijn eigen leven kijk. Dat leven in de Verenigde Staten, vrienden over de hele wereld, met elkaar kunnen communiceren ondanks de verschillende gebarentalen, dat feestgedruis, lekker gek doen op een camping, alledaagse dingen die heel gewoon zijn: ja, dat doen wij ook! Doof of niet.
Eindelijk een film die de dove mens in al zijn facetten toont
Maar dan , aan het eind van de film vraag ik me af: wat is het precieze doel van de film? Kunnen horende mensen hiermee uit de voeten? Hebben ze nu eindelijk de informatie die steeds ontbrak door eenzijdige voorlichting uit de medische wereld. Beseffen ze nu dat wij ook een sociaal leven hebben? Niet ondanks onze doofheid maar dankzij ons Doofzijn? Uit mijn gesprek met Tobias begrijp ik dat het publiek met verbazing reageerde dat óók doven al die gewone dingen doen.
Of de film invloed zal hebben op de discussie dat de dove medemens - zonder of met een CI - recht zou moeten hebben op een eigen taal, de gebarentaal? Er blijken nog wel (te) veel dove mensen, vooral kinderen, te zijn die zich niet in de film herkennen. Een van de oorzaken, heb ik begrepen, is het “Passend onderwijs”, waar ze zich niet in gebarentaal kunnen uiten of dat via een tolk moeten doen. Het is te hopen dat ouders via deze film weer de moed vinden om samen voor elkaar te krijgen dat deze kinderen in een rijke gebarentaalomgeving opgroeien en ook gebarentaal als voertaal in het onderwijs krijgen. Dit zou de overheid ook mogelijk moeten maken. We weten het allemaal al; via gebarentaal als visuele informatie wordt je wereldkennis gevormd en leer je ook lezen. Als je een goede taalbasis hebt kunnen leggen, kun je meerdere talen leren!
In elk geval, het is prachtig hoe Tobias’ vader de kleurrijke wereld van zijn zoon op deze manier laat zien en ook hoe Tobias letterlijk de wereld toont door aan elkaar gemonteerde filmpjes waarin hij in verschillende landen steeds zijn dansje uitvoert met adembenemende achtergronden. Alleen al om zo’n leven zou je hem bijna kunnen benijden.