Ruim tien jaar VoorleesExpress
In 2006 is de VoorleesExpress opgericht, een preventief jeugdhulpprogramma gericht op de taalvaardigheid van de kinderen in een gezin. Kinderen van twee tot en met acht jaar die moeite hebben met de Nederlandse taal en op de (voor)school niet de gewenste resultaten behalen, behoren tot de doelgroep. Het doel van de VoorleesExpress is de taalontwikkeling van kinderen te stimuleren en de taalomgeving thuis te verrijken. Daarnaast wil de VoorleesExpress het partnerschap tussen school en ouders versterken. In de beperkte tijd van de leerkracht of pedagogisch medewerker lukt het niet altijd een kind de begeleiding te bieden die het nodig heeft. De ouders van deze kinderen hebben meestal moeite met de Nederlandse taal. Het merendeel van de deelnemende gezinnen is van allochtone afkomst, maar de VoorleesExpress richt zich ook op autochtone groepen. De VoorleesExpress vindt dat iedere ouder iets kan betekenen om zijn/haar eigen kind te helpen met de taalontwikkeling. Sommige ouders hebben daar ondersteuning bij nodig. Door deelname aan het project wordt geprobeerd ouders bewust te maken van wat zij zelf kunnen doen om hun kind te helpen en waarom dat belangrijk is.
Een voorlezer komt twintig weken lang wekelijks bij het gezin thuis een uur voorlezen. De voorlezer gaat met het gezin naar de bibliotheek en maakt ze wegwijs in het uitleensysteem. Gedurende het traject worden ouders steeds meer betrokken bij het voorlezen en krijgen handvatten om zelf (beter) voor te lezen. Om de taalvaardigheid te bevorderen zijn er drie nevendoelen die de voorlezers in een gezin proberen te realiseren: het (voor) leesplezier vergroten, het verrijken van de taalomgeving in de thuissituatie en ouders handvatten aanreiken om (voor)lezen in het dagelijkse leven een plek te geven. Het is positief dat ouders hierbij kleine stapjes in hun bewustwording zetten. In de afgelopen tien jaren is de VoorleesExpress gegroeid naar een organisatie met circa 4600 vrijwillige voorlezers die jaarlijks ongeveer 4300 gezinnen bereiken op 140 locaties.
Partnerschap tussen school en ouders
Caroline van den Akker, projectleider van de VoorleesExpress in de gemeenten Bergen op Zoom en Roosendaal, licht het partnerschap met (voor)school en ouders toe: “Sinds kort heeft de VoorleesExpress een eigen webapplicatie. Hierdoor krijgt de leerkracht of pedagogisch medewerker informatie over hoever het voorleestraject gevorderd is. De leerkracht kan dan aan de ouders vragen hoe zij het voorlezen ervaren en de ouder hoort hoe het met het kind op de (voor)school gaat.” Ook vertelt Van den Akker dat elk gezin bij aanvang van het voorleestraject een ‘Lees- en doeboek’ ontvangt. De leerkracht of pedagogisch medewerker wisselt via het boekje informatie uit met de ouder en voorlezer over wat hij/zij vindt dat het kind helpt met (voor)lezen. Voorlezer Rian van Beers vertelt over het gezin waar ze vorig jaar voorlas: “Ik gaf het boekje aan ouders en zij namen het mee naar school. De leerkracht schreef de verschillende thema’s op die de volgende maanden in de klas zouden worden behandeld. Dit gaf mij de kans om de prentenboeken waar ik uit voorlees aan te laten sluiten bij het thema ‘ridders’, dat in de klas speelde. Ik merkte dat het kind veel beter betrokken was en trots dat hij al wat kon vertellen over het thema.”