Ga naar hoofdcontent Ga naar de hoofdnavigatie
De Internationale Schakelklas: ontwikkelingen, samenwerking met cluster 2?
Deel dit artikel

De Internationale Schakelklas: ontwikkelingen, samenwerking met cluster 2?

11 april 2019 - Leestijd 8 - 12 minuten

Hoe zou het gaan met de Internationale Schakelklassen (ISK)? Ze zijn in het leven geroepen voor de opvang van nieuwkomers in het voortgezet onderwijs. Daar wordt hen de Nederlandse taal geleerd. Maar lukt dat wel bij iedereen? Zijn er mogelijk leerlingen met een TOS in de schakelklassen en is er dan contact met professionals uit onze sector? Om deze en meer vragen te kunnen beantwoorden zocht VHZ contact met een aantal ISK’s (of eerste opvangschool, zoals ze ook wel worden genoemd) en enkele diensten voor ambulante begeleiding.

page.header_image.alt

Foto: Prashant Sharma

aanlooptekst

Steeds meer scholen in ons land leveren een bijdrage aan het eerste opvangonderwijs aan nieuwkomers. Nieuwe leerlingen met vaak grote verschillen in achtergrond, perspectief en leerniveau. In het voortgezet onderwijs worden ze eerst in een aparte onderwijsvoorziening geplaatst: de ISK. Dat is een opleiding die speciaal is ontwikkeld voor leerlingen in de leeftijdscategorie van 12 tot 20 jaar. Harriëtte Boerboom is adviseur VO bij LOWAN. Deze organisatie ondersteunt de scholen die het eerste opvang onderwijs verzorgen aan de nieuwkomers. Scholen in zowel het primair- als voortgezet onderwijs. Ook gemeenten, samenwerkingsverbanden, onderwijsondersteunende organisaties, lesontwikkelaars en uitgeverijen kunnen een beroep doen op de expertise van deze organisatie. Boerboom vertelt: “Momenteel zijn er 120 scholen met schakelklassen. Op sommige scholen bevolkt door twintig leerlingen, op andere door wel 700. In totaal zitten zo’n 12.000 nieuwkomers in een ISK. Het Nationaal Jeugd Instituut (NJI) houdt de cijfers bij. In de jaren 2011, 2012, 2013 was er een stabiel aantal van 77 vo-scholen met schakelklassen. Na de immigratiegolf die in 2015 op gang kwam is het aantal scholen met schakelklassen enorm toegenomen.”

De leerlingen komen uit het buitenland en beheersen de Nederlandse taal niet of gedeeltelijk. In een periode van twee of soms drie jaar leren zij zo veel, dat ze naar het reguliere voortgezet onderwijs 'geschakeld' kunnen worden. Het basisprogramma van de ISK bestaat voornamelijk uit Nederlands, sport, culturele en kunstzinnige vorming, maatschappijleer en rekenen/wiskunde. Er kunnen ook vakken voorkomen die speciaal ingericht zijn met betrekking tot de praktijk, zoals koken, handvaardigheid, techniek en media.

Albert Stavast coördineert de schakelklassen op het Montessori College Oost (vmbo) in Amsterdam. Hij vertelt over de enorme groei en de problemen die dat oplevert: “Nog steeds groeit het aantal nieuwkomers op onze school. Naast de diagnostiek is het vinden van goed gekwalificeerde docenten een ander knelpuntWe dachten dat we na de grote golf van 2015/2016 stabiel zouden blijven, maar ik zie nog steeds een toename. Van de 838 leerlingen zitten er nu 441 in de 26 schakelklassen. We hebben eerste opvangklassen (iets kleiner) en ook zogenaamde special needs groepen voor leerlingen die in hun moedertaal nog niet gealfabetiseerd zijn of gedragsproblemen hebben, meestal met een psychische of traumatische oorsprong. Naast de diagnostiek is het vinden van goed gekwalificeerde docenten een ander knelpunt. We zoeken voortdurend collega’s met een bevoegdheid Nederlands, geschoold in NT2 en ook nog in staat om te gaan met de specifieke problemen van vluchtelingen.”

Een derde gaat via ISK naar te laag schoolniveau

Een derde gaat via ISK naar te laag schoolniveau

Uit de peiling die de VO-raad in mei 2016 onder ISK-directeuren hield, bleek dat ruim een derde van de asielzoekerskinderen na de internationale schakelklas doorstroomt naar een schoolniveau onder zijn of haar niveau. Dit komt vooral doordat deze leerlingen nog een taalachterstand hebben; leerlingen worden vanwege onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal vaak niet tot het niveau toegelaten dat ze eigenlijk wel zouden aankunnen. De VO-raad pleitte voor meer geld om dit probleem tegen te gaan. Bijvoorbeeld extra taallessen in het regulier basisonderwijs voor asielzoekerskinderen. De VO-raad heeft een informatieve brochure samengesteld, vol tips voor vo-scholen om onderwijs op maat te bieden aan nieuwkomersleerlingen: Meer kansen voor maatwerk.

Verbeteren van de intake

Verbeteren van de intake

Een van de oorzaken van het onder- of overschatten van de mogelijkheden van de leerling is de korte intake. Op basis van aanmeldingsgegevens wordt bepaald in welk onderwijstraject een leerling terechtkomt en welk doorstroomniveau wordt nagestreefd. Een ISK hanteert hiervoor eigen intakeprocedures. Over het algemeen wordt gebruikgemaakt van gegevens over de (schoolse) voorgeschiedenis van een leerling en worden er intaketoetsen afgenomen. Op basis van de gegevens wordt bepaald in welk onderwijstraject de leerling past.

Nanda de Bruin coördineert de ISK Duin en Bollenstreek, een onderdeel van de Stichting Fioretti Teylingen. In mei 2016 is men in Katwijk op het niveau van het samenwerkingsverband VO gestart met deze voorziening. Ook zij erkent dat het moeilijk is om het niveau van de leerlingen goed in te schatten. De Bruin: “Wij zijn nog steeds op zoek naar een betere niveaubepaling van onze leerlingen. We gebruiken de NIO (Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau), maar zien dat daar veel te lage scores uitkomen. We overwegen om de SON-R te gaan gebruiken. Ook het toetsplatform TOA (Toetsen, Ontwikkeling en Advies: het online toetssysteem voor het voortgezet onderwijs, red.)  geeft voor deze groep leerlingen te weinig zekerheid over het niveau.”

Het Kennisinstituut voor Taalontwikkeling (iTTA) heeft een verlengde intakeprocedure ontwikkeld, die ISK’s kunnen hanteren. Een verlengde intake betekent de tijd nemen om een beeld van de ISK-leerling te vormen. Dat kan aan de hand van toetsen, maar ook observaties kunnen nuttige informatie opleveren. observaties tijdens de intakeperiode zijn nuttig: het leerpotentieel van nieuwkomers wordt beter ingeschatIn het NRO-onderzoek, uitgevoerd door het iTTA in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam, is deze verlengde intakeprocedure ontwikkeld waardoor docenten een beter beeld krijgen van de leerling en op die manier het juiste onderwijs kunnen bieden. Binnen dit project werden de meeste leerlingen in de hoogste leerroute geplaatst en trok men de conclusie dat onder andere observaties tijdens een intakeperiode nuttig zijn om het leerpotentieel van nieuwkomers beter in te schatten.

Ook de Onderwijsraad komt tot dezelfde conclusie: in de publicatie Vluchtelingen en onderwijs. Naar een efficiëntere organisatie, betere toegankelijkheid en hogere kwaliteit lezen we “Vluchtelingen in de middelbareschoolleeftijd stromen na een periode in een internationale schakelklas door naar een lager schoolniveau dan ze potentieel aankunnen. Hun taalbeheersingsniveau is leidend. Hetzelfde geldt voor vluchtelingenjongeren in het middelbaar beroepsonderwijs.”

Veel verhuizingen

Veel verhuizingen

Een ander aandachtspunt dat de talentontwikkeling van nieuwkomers belemmert, zijn de verhuizingen waar deze kinderen mee te maken krijgen. Veel kinderen worden in de beginfase van hun verblijf in Nederland in verschillende asielzoekerscentra – in verschillende plaatsen – gehuisvest, en moeten hierdoor vaak ook een of meerdere keren van school wisselen. Dit komt hun onderwijsprestaties meestal niet ten goede.

Ondersteuning scholen door LOWAN

Ondersteuning scholen door LOWAN

Om het probleem van het te lage uitstroomniveau tegen te gaan heeft LOWAN samen met de Universiteit van Amsterdam en een aantal scholen profielen en leerlijnen ontwikkeld. Deze worden gebruikt om vakkenpakketten samen te stellen voor nieuwkomers in de ISK, om zo de doorstroming naar het mbo te vergemakkelijken. Het onderliggende idee is dat het niveau van nieuwkomersleerlingen niet alleen gebaseerd wordt op taalvaardigheid, maar ook op basis van andere vaardigheden en kennis. Nieuwkomersleerlingen die vanuit de ISK het reguliere onderwijs instromen, zitten vaak nog midden in het proces van het leren van het Nederlands als tweede taal. In de ISK is een goede basis gelegd voor het Nederlands, binnen het regulier onderwijs kan en moet hun Nederlandse taalvaardigheid zich verder ontwikkelen. Om docenten hierbij te ondersteunen heeft LOWAN naast de profielen en leerlijnen in samenwerking met het iTTA een handreiking ontwikkeld - O jee, een NT2 leerling in de klas - die kan bijdragen aan de nodige expertise en die is bedoeld voor alle theorie- of praktijkdocenten die lesgeven in het voortgezet onderwijs of mbo. Binnenkort verschijnt er op de website van LOWAN een onderzoek dat is gedaan naar ISK en zorg.

ISK en cluster 2: meer samenwerking nodig

ISK en cluster 2: meer samenwerking nodig

Wat is er nu bekend over de aanwezigheid van taalstoornissen bij nieuwkomersleerlingen in de internationale schakelklassen? Niet veel: er zijn geen gegevens of aantallen bekend. In 2018 verscheen er een rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) getiteld De school als doorgangshuis; omgaan met tijdelijke migratie in het onderwijs, samengesteld door Hanneke Leeuwestein en Meike Bokhorst. Zij constateren dat er relatief veel leerlingen met een migratieachtergrond naar het speciaal onderwijs gaan. Dat geldt zeker voor basisschoolleerlingen en in iets mindere mate voor leerlingen in het voortgezet onderwijs. De gevonden cijfers gaan over alle soorten leerlingen met een migratieachtergrond. Cijfers over bijvoorbeeld het aantal vluchtelingen in het speciaal onderwijs ontbreken, maar gezien de traumatische ervaringen die deze kinderen hebben, kan er verwacht worden dat zij ook relatief vaak in het speciaal onderwijs terechtkomen. Voor leerkrachten van het speciaal onderwijs betekent dit een dubbele opgave, namelijk het aanleren van de Nederlandse taal en het omgaan met de gedragsproblematiek van deze leerlingen.

In de huidige onderwijspraktijk zien we veel contacten tussen cluster-2 organisaties (ambulante dienstverlening) en het reguliere basisonderwijs als het gaat om kinderen met problemen bij het verwerven van Nederlands als tweede taal. Samen met collega’s van de reguliere school wordt op zoek gegaan naar het waarom van een achterblijvende taalontwikkeling. Veel van deze hulp wordt gegeven in het kader van Consultatie & Advies. Met de juiste diagnostiek kan over het algemeen worden vastgesteld of het hier gaat om NT2-problematiek of dat er sprake is van een taalstoornis.

In het voortgezet onderwijs is het beeld minder helder. Navraag bij Auris, Kentalis, VierTaal en enkele vmbo’s met een ISK leert dat er vanuit de Internationale Schakelklassen niet of nauwelijks vraag is naar ondersteuning door cluster-2 ambulante diensten. Er lopen geen directe lijnen en er zijn (nog?) geen samenwerkingsvormen. Toch zou je op grond van de prevalentie van TOS verwachten dat er binnen een zo grote populatie leerlingen taalstoornissen voorkomen.

Renno van der Linde is teamleider voortgezet onderwijs van de ambulante dienst van VierTaal. Hij vertelt dat er weliswaar ambulant begeleid wordt op vmbo’s, maar dat er geen contacten zijn met de ISK’s. Ook de ambulante dienst van Auris Leiden is niet betrokken bij ISK’s in de regio, zo vertellen teamleider Tine Bruijne en ambulant begeleider Peter van den Beld. Hoe is dat bij Kentalis? Projectleider Passend Onderwijs Henk van Beusekom vertelt hetzelfde verhaal: eigenlijk geen enkel contact met ISK’s, wel met reguliere vmbo’s. Bij hardnekkige taalproblemen van leerlingen in de schakelklassen wordt de hulp van het samen-werkingsverband ingeroepenVeel samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs VO hebben de opvang van nieuwkomers in de schakelklassen gecentraliseerd, zoals bij het swv Duin en Bollenstreek. De expertise die nodig is voor opvang en onderwijs van deze leerlingen wordt gebundeld op een of meer scholen. Bij hardnekkige taalproblemen van leerlingen in de schakelklassen wordt de hulp van het samenwerkingsverband ingeroepen. Dat vertelt ook Harriëtte Boerboom: “In principe is het ook echt zo dat de samenwerkingsverbanden iets moeten bieden! Wij van LOWAN doen dat zeker niet op individueel niveau. Vaak is het de ervaring van een NT2-docent die ziet/observeert dat iets niet “normaal” gaat. “Afwijkend” van het uitstroomprofiel, wat natuurlijk ook al heel verschillend kan zijn. Op iedere ISK is er een zorgstructuur”.

Zouden leerlingen met een taalstoornis in het vmbo misschien kunnen profiteren van die zorgstructuur, het taalaanbod en de expertise die aanwezig is binnen de ISK’s? Ambulant begeleiders zouden contact kunnen maken met de collega’s van de schakelklassen om te zien wat er in samenwerking mogelijk is.

Over de auteur

Over de auteur

Frans Mollee was eindredacteur van VHZ van 1992 tot 2016. Hij is 37 jaar werkzaam geweest in het cluster 2 onderwijs. Hij geeft momenteel Nederlands en Alfabetisering aan volwassen nieuwkomers.