Inleiding
Iedereen, van jong tot oud, heeft emoties. Jonge kinderen weten zich nog niet altijd raad met hun emoties, maar naarmate ze ouder worden, leren ze steeds beter om hun gevoelens te herkennen, te begrijpen en ze strategisch te communiceren naar anderen. Ook moeten kinderen leren om de emoties van anderen te herkennen en hier gepast op te reageren. De sociaal-emotionele ontwikkeling is een groot en complex gebied binnen de algehele ontwikkeling van het kind, waardoor het moeilijk is om een eenduidige definitie te formuleren. Over het algemeen verstaat men onder sociaal-emotionele ontwikkeling “het ontwikkelen van een eigen persoonlijkheid, overeenkomstig met de verwachtingen en gedragingen uit de sociale omgeving” (Schaffer, 1996). Toegang tot de sociale omgeving is daarom essentieel: alleen door deel te nemen aan de (volwassen) wereld kan een kind sociale regels, waarden en normen leren.
DSH kinderen kunnen minder goed over gevoelens communiceren
Bij sommige kinderen gaat deze ontwikkeling minder vanzelfsprekend, omdat zij minder goed gebruik kunnen maken van de informatie uit hun sociale wereld. Bijvoorbeeld bij dove of slechthorende kinderen (DSH), bij kinderen met een autisme-spectrumstoornis (ASS), of bij kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Zo blijkt uit onderzoek dat DSH kinderen minder goed kunnen communiceren over gevoelens en dat zij zich minder bewust zijn van het effect van hun emotie-uitingen op anderen. In plaats van emoties in te zetten om de relatie te verbeteren, uiten DSH kinderen, vaker dan horende kinderen, hun emoties zonder rekening te houden met het effect hiervan op anderen (Rieffe & Meerum Terwogt, 2006). Dit kan de sociale relaties ernstig schaden: de horende omgeving kan zo’n uiting als dwingend, weinig flexibel of zelfs agressief ervaren. Voor kinderen met een ASS blijken emoties eerder hinderlijk dan ondersteunend in hun sociale contacten. Zij hebben vaker problemen om de eigen emoties te reguleren en deze op een constructieve manier te uiten. Ook hebben zij een verminderd empathisch vermogen: het vermogen om zich in te leven in de gevoelens of gedachtes van de ander (Pouw e.a., 2013; Van Zijp e.a., 2011). Kinderen met een verminderde emotionele competentie lopen een verhoogd risico op het ontwikkelen van gedragsproblemen op latere leeftijd ( Ketelaar e.a., 2012). De laatste jaren hebben NSDSK, Universiteit Leiden (Ontwikkelingspsychologie), LUMC (KNO) en Centrum Autisme hun krachten gebundeld en een grootschalig onderzoek uitgevoerd op dit gebied: de sociaal-emotionele ontwikkeling bij DSH kinderen, kinderen met een TOS, of kinderen met een ASS. De resultaten uit dit onderzoek vormen de basis voor Emotieweb.