Ga naar hoofdcontent Ga naar de hoofdnavigatie
Polikliniek voor Doven en Slechthorenden geopend
Deel dit artikel

Polikliniek voor Doven en Slechthorenden geopend

14 februari 2015 - Leestijd 5 - 10 minuten

"Doven en slechthorenden hebben meer gezondheidsproblemen”

 “De balie is extra laag zodat je er makkelijk overheen kunt gebaren.” Arts Jan Trommelen legt er zijn hand op en wijst naar de wachtkamer. “Die is om de hoek zodat andere bezoekers niet kunnen meekijken als je je hier meldt.” Het is een klein detail dat het verschil maakt tussen de onlangs opgerichte polikliniek voor doven en slechthorenden, PoliDOSH en reguliere voorzieningen.

“Doven en slechthorenden hebben meer gezondheidsproblemen dan horenden”, weet Trommelen. Hij is arts en hoofd Medische Zorg van de regio Zuid West van Kentalis. Dorien de Graaf knikt bevestigend. Zij werkt als verpleegkundige bij PoliDOSH en als docent gebarentaal/communicatiedeskundige bij De Gelderhorst. Op de vraag waarom noemt de arts drie oorzaken. “Je kunt doof zijn vanwege een bepaald syndroom. Soms gaat dit gepaard met meerdere lichamelijke klachten. Uit literatuuronderzoek blijkt dat doven en slechthorenden hierdoor meer gezondheidsproblemen hebben dan horenden. Er zijn echter nog veel vragen over het waarom en hoe vaak dit voorkomt. Een tweede oorzaak is dat doven minder vaak naar hun huisarts gaan en zich nogal eens niet begrepen voelen.” De Graaf vult aan: “Bij veel huisartsen krijg je vijf of tien minuten om je verhaal te doen.” De laatdove verpleegkundige weet uit eigen ervaring dat dit vaak te kort is om een goede diagnose te kunnen stellen, vooral wanneer de communicatie gebrekkig verloopt. Ze vervolgt: “Een andere belangrijke oorzaak waarom doven en slechthorenden meer gezondheidsproblemen hebben, is omdat veel voorlichting hen niet bereikt. Folders en informatie op internet is te ingewikkeld. Bovendien gaat veel gezondheidsvoorlichting, die horenden min of meer onbewust oppikken, langs ze heen.”
Genoeg redenen vond Trommelen om een polikliniek voor doven en slechthorenden op te richten. Het idee komt bij hem vandaan. Voordat hij zijn plannen vorm gaf, benaderde hij een collega-arts in Oostenrijk die soortgelijke poliklinieken heeft opgezet. “Een succes”, leerde hij en na het maken van een projectplan, het zoeken van financiers en de bereidheid van het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Boxtel mee te werken, startte onlangs PoliDOSH.

twee gebarende volwassenen voor bord met aankondiging Poli Doof SH
Foto: Frank Malipaard

Doven bij opzet betrekken / Voorlichting

Doven bij opzet betrekken

“Voordat we zijn gestart, hebben we verschillende doven en dovenorganisaties gevraagd mee te denken over de opzet van de polikliniek. Ik ben horend en ben me niet altijd bewust wat voor doven belangrijk is. Daarom ben ik ook blij dat de andere twee medewerkers doof zijn. Zij kunnen mij corrigeren”, zegt hij met een glimlach. De Graaf: “Als ik patiënten ontvang, merk ik dat ze het prettig vinden dat ik ook doof ben. Dat geeft ze vertrouwen en maakt de drempel lager. Wat ook belangrijk is dat wij een uur voor ze uittrekken. Er is voor ze voldoende ruimte om hun verhaal te doen en op hun vragen in te gaan.” Trommelen benadrukt dat hij wel altijd gebruik maakt van een gebarentolk. “Het is heel belangrijk dat we elkaar goed begrijpen. Bij dit soort gesprekken is dat essentieel. Veel doven regelen bij hun eigen huisarts vaak geen tolk. Te veel gedoe, vinden ze. Dat begrijp ik, maar voor een goede diagnose is goede communicatie noodzakelijk.”

De dienstverlening van PoliDOSH is aanvullend op die van de huisarts. “Het is geenszins de bedoeling dat we die gaan vervangen. De eigen huisarts blijft het eerste aanspreekpunt, maar soms zijn er zulke specifieke problemen dat wij benaderd worden. Met onze kennis en ervaring, aandacht voor communicatie en de tijd die we voor een gesprek uittrekken, hebben we een meerwaarde. Ook kunnen doven en slechthorenden ons benaderen voor een second opinion. Zo nodig kunnen de huisarts en wij, na toestemming, gegevens uitwisselen.”

Voorlichting

Naast consultatie is voorlichting een belangrijke taak van de nieuwe polikliniek. De Graaf hierover: “Op internet vind je enorm veel informatie over gezondheid, maar hoe weet je wat betrouwbaar is. Bovendien is het vaak allemaal tekst. Voor veel doven en slechthorenden is deze informatie niet bruikbaar. Wij gaan voorlichting geven via gebarenfilmpjes en teksten omzetten in eenvoudige taal. De prioriteiten worden hierbij bepaald door informatie die wij krijgen vanuit de voorlichtingsbijeenkomsten, daarnaast volgen wij de voorlichtingscampagnes van de overheid.” PoliDOSH geeft op verzoek voorlichting in het land. “De vragen die wij hier krijgen, geven ons een beeld waarover doven en slechthorenden meer willen weten. Aan de hand hiervan kunnen wij dan bepalen waarover wij voorlichtingsmateriaal moeten maken. Dit zetten we dan op onze website.” Voorbeelden die nu op website staan zijn: overgewicht, hoge bloeddruk, suikerziekte en het bevolkingsonderzoek naar darmkanker.

twee volwassenen aan ziekenhuisbalie in gesprek
Foto: Frank Malipaard

Jan Trommelen en Dorien de Graaf. “De eigen huisarts blijft het eerste aanspreekpunt, maar soms zijn er zulke specifieke problemen dat wij benaderd worden.”

Projectstatus

PoliDOSH heeft een projectstatus en wordt drie jaar gefinancierd met subsidies. Dit betekent dat patiënten voor de dienstverlening niet hoeven te betalen, maar ook dat de zorgverzekeraars niets bijdragen. Trommelen: “Het is zaak dat wij komende jaren aantonen wat onze meerwaarde is.” Onlangs is een onderzoek afgesloten van het Leids Universitair Medisch Centrum waarin de medische hulpverlening aan doven en slechthorenden wordt vergeleken met die van horenden. Vragen in dit onderzoek waren: hoe komt het dat mensen met een gehoorbeperking problemen ervaren in de toegang tot de zorg en hoe groot zijn deze problemen? “Wij hebben het LUMC gevraagd of ze een vergelijkbaar onderzoek willen doen op de PoliDOSH. Wij hopen dat zo aangetoond wordt wat het effect is van wat wij doen. Hiermee kunnen we niet alleen onze dienstverlening verbeteren, maar ook bij de zorgverzekeraars aantonen wat onze meerwaarde is. In de toekomst kan een consult bij onze kliniek dan betaald worden uit het basispakket.”

Zowel Trommelen als De Graaf is positief over de toekomst. “Wij hebben niet te klagen over belangstelling voor PoliDOSH”, merkt de verpleegkundige op. “Ik zie in de toekomst wel mogelijkheden voor uitbreiding”, vervolgt de arts. “Misschien dat we op drie of vier andere plekken een polikliniek kunnen openen, maar ik denk ook aan verschillende vormen van samenwerking met huisartsen. Dorien gaat in Ede werken als praktijkondersteuner bij een huisarts die veel dove patiënten in zijn praktijk heeft. Zij hebben daar een spreekuur voor doven. Ik kan me voorstellen dat dit op meer plekken in het land wordt georganiseerd. Ik zie tal van mogelijkheden.”