Ga naar hoofdcontent Ga naar de hoofdnavigatie
Bij het ratificeren van het VN-Verdrag lag de focus op het amendement
Deel dit artikel

Bij het ratificeren van het VN-Verdrag lag de focus op het amendement

13 februari 2016 - Leestijd 10 - 15 minuten

Echt vlotten met de Ratificatie van het VN-Verdrag ‘Rechten van personen met een handicap’ wilde het maar niet. Na al eerder uitstel liep de goedkeuring in het parlement – bedoeld op dinsdag 19 januari –  wederom vertraging op. Al in 2006 kwam het Verdrag in het VN-gebouw in New York tot stand. Nu, in 2016, is Nederland een van de laatste landen dat nog tot ratificeren moest overgaan. Dat Verdrag komt er nu: de tweede kamer heeft het uiteindelijk op 21 januari in stemming gebracht en de uitslag was positief. Enkele vertegenwoordigers uit onze nationale dovenwereld laten in deze VHZ-editie hun licht schijnen over de betekenis van de overeenkomst. Aan de landelijke media ging de Ratificatie overigens vrijwel geheel voorbij.

page.header_image.alt

aanlooptekst

Tijdens hoorzittingen, begin 2015 en op 14 januari van dit jaar, is voor de belangenorganisaties het accent van een algemeen Verdrag komen te liggen op een Amendement (=een aanvulling op de wet) van PvdA’er Otwin van Dijk. “Toegankelijkheid moet normaal worden, ontoegankelijkheid wordt de uitzondering”, stelt Van Dijk in diens amendement. En: “Het uitgangspunt van de Wet Gelijke Behandeling op grond van handicap of chronische ziekte verandert door een verplichting tot het treffen van algemene voorzieningen toe te voegen.”

Onwetendheid

Onwetendheid

Anja Hiddinga is docent en onderzoeker aan de afdeling Antropologie van de Universiteit van Amsterdam. Met het onderzoeksteam ‘Beyond Hearing: cultures overlooked’ houdt zij zich op dit moment vooral bezig met vragen rond de zorg voor oudere dove mensen. Bij haar is onvrede te bespeuren ten aanzien van de ontwikkelingen rond het Verdrag. “De ratificatie van het VN-Verdrag voor mensen met beperkingen blijkt een uiterst moeizame zaak. Het is niet goed te begrijpen waarom een welvarend land als Nederland er zo lang over doet om tot een besluit hierover te komen. Natuurlijk, met de ratificatie zijn kosten gemoeid: het gaat erom mensen met beperkingen de kans te geven gelijkwaardig mee te draaien in de samenleving. Dat er ook opbrengsten zijn, minder zorgkosten, minder psychische belasting, meer arbeidscapaciteit, meer productiviteit, meer culturele rijkdom, meer diversiteit, wordt bijna niet genoemd. De manier waarop er wordt gediscussieerd door partijen in de Tweede Kamer laat zien hoe benauwd dit debat is geconcentreerd rond het kostenaspect.”

Het is niet goed te begrijpen waarom een welvarend land als Nederland zo lang over ratificatie doet

De diversiteit van mensen met een beperking is groot, specifieke kennis daarentegen beperkt zich vooral tot direct betrokkenen en de hen vertegenwoordigende belangengroepen. Dat het bij de  volksvertegenwoordigers nogal schort aan kennis van de dovenwereld, constateerde Hiddinga de 14e januari na een schrijnend voorbeeld. “Onwetendheid over dove mensen is misschien nog wel groter dan over andere groepen.” Moeten dove kinderen echt luistertoetsen afleggen in het middelbaar  onderwijs”, vroeg CDA-kamerlid mevrouw Keijzer ongelovig toen Eva Westerhof, voorzitter van Dovenschap, hierop gewezen had. “Dat valt dan echt in de categorie waanzin”, constateerde Keijzer.

PvdA woordvoerder Otwin van Dijk: “Toegankelijkheid moet normaal worden, ontoegankelijkheid wordt de uitzondering.”
Foto: ...

PvdA woordvoerder Otwin van Dijk: “Toegankelijkheid moet normaal worden, ontoegankelijkheid wordt de uitzondering.”

Zelfregulering werkt niet

Zelfregulering werkt niet

Johan Wesemann is voormalig adviseur voor de Raad van Bestuur van Kentalis. Hij zet zich nog steeds in voor de dovengemeenschap, zowel nationaal als internationaal. Hij plaatst een kritische kanttekening: “Naar mijn idee gaat de discussie in de Tweede Kamer de verkeerde kant op. Met het VN-Verdrag is veeleer bedoeld hoe we dit Verdrag als instrument kunnen gebruiken. Voor een mentaliteitsverandering, zodat gehandicapte mensen gewoon kunnen meedoen met de maatschappelijke dynamiek, met uiteraard goede infrastructurele voorzieningen in alle opzichten. Dat kan niet te duur zijn als we separatie in de samenleving willen opheffen. We kunnen in dit geval lering trekken uit de USA. Daar wordt in eerste instantie gekeken naar de restcapaciteit en hoe we deze capaciteit kunnen maximaliseren voor actieve deelname aan de samenleving. Dat is helaas niet het geval in Nederland. Hier werden jarenlang zorg en voorzieningensystemen gecreëerd voor de gehandicaptenwereld omdat infrastructurele voorzieningen gewoon te duur of niet passend zijn. En zelfregulering zoals het kabinet voorstaat werkt nauwelijks.”

Kletskoek

Kletskoek

Zelfregulering wás inderdaad ook een thema bij de Kamerzitting over het amendement. Bij Anja Hiddinga leidde dat tot een pittige reactie: “Voorgesteld was om kleine en middelgrote ondernemers te vrijwaren van onredelijke investeringen. Het mocht niet baten, VVD en ook de PVV konden zich er eerst niet mee verenigen. Zo zou het verdrag volgens Fleur Agema (PVV) leiden tot het criminaliseren van bijvoorbeeld bedrijven die de aanpassingen niet kunnen doorvoeren. Wat een kletskoek! Op deze manier worden tegenstellingen gecreëerd tussen mensen met en mensen zonder beperkingen. En dat terwijl het hele verdrag nou juist bedoeld is om iedereen de kans te geven in gelijkwaardigheid deel te nemen aan de samenleving.”

Verplichtingen

Verplichtingen

Nu we zijn gekomen tot accordering van het Verdrag, schept dat ook verplichtingen, vindt Johan Wesemann: “De uitvoering van het VN-Verdrag gaat niet vanzelf. We moeten zelf sturing geven om ervoor te zorgen dat expertise niet verloren gaat. Laten we eens een maatschappelijke discussie houden met de dovengemeenschap en instellingen voor doven over welke koers we willen gaan varen voor behoud van expertise en het verworven recht. Doen we dat niet, dan bestaat het risico dat dove mensen, met CI, in diaspora verdwijnen.” “De uitvoering van het VN-Verdrag gaat niet vanzelf. We moeten zelf sturing geven om ervoor te zorgen dat expertise niet verloren gaat." Ook de Oudergroep van Dove Kinderen bericht over haar verwachtingen bij ratificering van het Verdrag: “De oudergroep van dove kinderen is blij met de ratificatie van het VN-Verdrag. Hiermee zal de erkenning van de Nederlandse Gebarentaal (NGT) een feit zijn. Dit is niet alleen voor onze dove kinderen van groot belang, maar ook voor ons als hun ouders. De ontwikkeling, met name de vroege taalontwikkeling, van dove kinderen begint thuis. Vanaf dag 1 na de geboorte praten ouders tegen hun pasgeboren baby. Als blijkt dat een kind problemen heeft met zijn gehoor waardoor zijn taalontwikkeling in het gedrang komt moet er onmiddellijk met gebarentaal worden begonnen.”

Goed vertegenwoordigd

Goed vertegenwoordigd

Tijdens de hoorzitting voerde Eva Westerhoff namens Dovenschap het woord. Anja Hiddinga complimenteert haar en de andere woordvoerders van de belangenorganisaties: “Aan hen heeft de vertraging niet gelegen. Zij en hun achterbannen waren in de Kamer massaal aanwezig bij de debatten. Slechthorende en dove mensen werden door Eva Westerhof prima vertegenwoordigd.”