Cursus Interactief Voorlezen
Binnen het hier beschreven project hebben ouders bovengenoemde cursus interactief voorlezen gevolgd. In deze cursus worden ouders getraind in het interactief voorlezen aan de hand van vijf stappen. De eerste stap betreft het voorbereiden; als ouders een boek met hun kind gaan lezen is het aan te bevelen dat zij het boek van te voren al een keer bekeken hebben. Hierdoor kennen zij de inhoud van het boek, kunnen ze materiaal bij het boek zoeken en nadenken over de gebaren die ze erbij willen gebruiken en de manier waarop ze het boek willen introduceren.
De tweede stap betreft de introductie van het boek; een boek kan geïntroduceerd worden aan de hand van de kaft. Op de kaft staat vaak de hoofdpersoon en het thema van het boek. Een kind krijgt hierdoor al een idee over de inhoud, een ‘kapstok’ die helpt bij de begripsvorming. Een boek kan ook geïntroduceerd worden aan de hand van een eerdere ervaring, een liedje of met behulp van materialen.
De derde stap betreft het voorlezen en vertellen; ouders lezen het boek op een interactieve manier met hun kind. Ouders gaan in op de initiatieven van hun kind; de tekst is daarbij minder leidend. Zij stellen open vragen en geven het kind de gelegenheid het boek vast te houden en de bladzijdes om te slaan. Kinderen krijgen een leidende rol tijdens het voorlezen. De ouder volgt het kind.
De vierde stap betreft het (na)praten over het verhaal; samen napraten over het verhaal maakt dat een kind meer over het verhaal en thema begrijpt. Naast het praten kunnen ouder en kind ook een activiteit rondom het thema van het boek ondernemen, bijvoorbeeld een liedje zingen, het verhaal naspelen, knutselen of tekenen.
De vijfde stap betreft het terugkomen op het verhaal of thema; op een later tijdstip terugkomen op het verhaal helpt bij het begrijpen van een verhaal. Het verbindt en verdiept zowel beleving als begrip. Bijvoorbeeld als een kind naar de zee toe gaat en onlangs een boek over de zee en het strand heeft gelezen dan kan een ouder daar op terugkomen. Maar ook het boek nog een keer lezen of een ander boek rondom dat thema lezen is belangrijk voor de taalontwikkeling.
Binnen deze vijf stappen zijn de eerder genoemde vuistregels verwerkt. Ook komen in de cursus aspecten zoals optimale lichtinval, het gebruik van gebaren, lichaamshouding en rolnemen aan bod. Ouders oefenen hiermee tijdens de cursus.
De aandacht vasthouden van DSH kinderen tijdens het lezen is niet altijd makkelijk. Zij moeten immers hun aandacht verdelen tussen het plaatje en de verteller. Ouders wordt dan ook een aantal aandachtsstrategieën aangereikt, zoals wachten tot het kind de ouder aankijkt, maken van gebaren in het blikveld van het kind, gebaren op het lichaam maken en spelen met stem en geluid. Door op een interactieve manier voor te lezen, door vragen te stellen, het kind de regie te geven wordt de interactie bevorderd en ontstaat er voor het jonge kind een beter evenwicht tussen luisteren en zelf praten/communiceren. Dit komt het vasthouden van de aandacht ten goede. Uiteraard wordt er in de cursus ook stilgestaan bij de keuze van boeken, welk boek is geschikt voor welke leeftijd en welk ontwikkelingsniveau. De interesse van een kind in een bepaald thema is hierin erg belangrijk.
"Ik laat het boek meer los, laat ook gebeuren wat er gebeurt, volg gewoon het kind in wat het opmerkt"
De cursus bestaat uit drie bijeenkomsten, bij de eerste bijeenkomst krijgen de ouders boeken en bijbehorend spelmateriaal uitgereikt dat zij gedurende de cursus thuis mogen gebruiken. Ook krijgen zij boekenleggers mee; een algemene boekenlegger met daarop de vijf stappen en specifieke boekenleggers waarop de stappen voor een bepaald boek staan uitgewerkt. Op deze specifieke boekenleggers worden suggesties gedaan over het materiaal dat ouders kunnen gebruiken, welke vragen ze kunnen stellen en welke activiteiten ze kunnen doen na het lezen. Er wordt tijdens de cursus actief geoefend met boeken en tijdens de laatste bijeenkomst nemen alle ouders een videofragment mee van een voorleesmoment thuis. Dit fragment wordt met alle ouders bekeken en besproken. De ouders benoemen welke aspecten van interactief voorlezen ze terugzien in de opname en geven elkaar positieve feedback.