Ga naar hoofdcontent Ga naar de hoofdnavigatie
Vroegbehandeling van spraak- en taalproblemen: een effectieve multidisciplinaire benadering
Deel dit artikel

Vroegbehandeling van spraak- en taalproblemen: een effectieve multidisciplinaire benadering

15 juni 2009 - Leestijd 15 - 25 minuten

Kinderen met spraak- en taalproblemen vormen een diverse en complexe groep. Uit de literatuur komt geen pasklaar antwoord op de vraag wat het effect is van behandeling bij kinderen met spraak- en taalproblemen. Sint-Marie heeft hiernaar een effectstudie uitgevoerd op de diagnose- en behandelgroepen. De resultaten van 85 kinderen worden hier beschreven.

page.header_image.alt

Foto: Michel van der Poel, St. Marie

Inleiding

Inleiding

Ongeveer 3 tot 10% van de kinderen heeft een vertraagde of gestoorde taalontwikkeling. Bij een deel van de kinderen met taalontwikkelingsproblemen gaat het om een primair, geïsoleerd taalontwikkelingsprobleem. Dit zijn de kinderen met een specifieke taalstoornis of -vertraging (specific language impairment: SLI). Een ander deel van de kinderen heeft taalontwikkelingsproblemen die samen gaan met een andere stoornis zoals hoorstoornissen, beneden gemiddelde intelligentie, stoornis in de contactname (autisme), vertraagde motorische ontwikkeling of gedragsproblemen. Kinderen met ernstige of complexe taalontwikkelingsproblematiek kunnen voor behandeling terecht in speciale centra voor vroegbehandeling. Expertisecentrum Sint Marie biedt een dergelijke vorm van dagbehandeling, die de diagnose- en behandelgroepen genoemd wordt. In deze groepen worden jonge kinderen (tot 6 jaar) met ernstige auditieve problemen en/of complexe spraak- taalverwervingsproblemen behandeld. Een opname in de diagnose- en behandelgroepen start met een observatieperiode van tenminste drie weken. De observatieperiode dient om de mogelijkheden van het kind in kaart te brengen en leidt tot een diagnose en classificatie van de problematiek. Daarna start de behandelfase, die gekenmerkt wordt door specifieke aanpassingen in het orthopedagogisch handelen en communicatieve klimaat (Smits, van Daal, Cuperus, 2003). De kinderen worden begeleid in kleine groepen van maximaal 7 deelnemers. Zij krijgen op maat gesneden individuele therapie (logopedie, fysiotherapie, ergotherapie, sensorische integratietherapie, spelbegeleiding of Sherborne), en tevens groepsgewijze logopedie. 

Onderbouwing van behandelingen en het meten van de effecten daarvan wordt steeds belangrijker. De wetenschappelijke literatuur is niet eenduidig over het effect van behandeling bij kinderen met spraak-taalverwervingsproblemen. Law, Garrett en Nye (2004) vatten een aantal studies samen in hun meta-analyse. Zij concluderen dat spraak-taaltherapie effectief kan zijn voor kinderen met problemen in de taalproductie op het gebied van de fonologie, woordenschat of syntaxis. De effecten van therapie voor kinderen met taalbegripsproblemen zijn minder duidelijk. Deze kinderen blijven vaak taalproblemen houden als er niet behandeld wordt, maar ook als er wel behandeld wordt gaan kinderen met ernstige receptieve taalproblemen vaak niet beter vooruit dan kinderen die geen behandeling krijgen.

Literatuuroverzicht

  1. Brands, T., H. Knoors en G. Aarts (2008). Vroegbehandeling voor kinderen met ernstige spraak- en taalmoeilijkheden: doeltreffend of niet? Van Horen Zeggen, 2, p. 10-13.
  2. Brock, A.J.L.L. de, A.A. Vermulst, J.R.M. Gerris en R.R. Abidin (1992). Nijmeegse Ouderlijke Stress Index. Handleiding. Lisse, Swets en Zeitlinger.
  3. Coster, F.W., S.M. Goorhuis-Brouwer, H. Nakken en H.C. Lutje Spelberg (1999). Specific language impairments and behavioral problems. Folia Phoniatrica et Logopedica, 51, p. 99-107.
  4. Enderby P. en J. Emerson (1996). Speech and language therapy: does it work? British Medical Journal, 29, p. 1655-1658.
  5. Fekkes, M., N.C. Theunissen, E. Brugman, S. Veen, E.G. Verrips, H.M. Koopman, T. Vogels, J.M. Wit en S.P. Verloove-Vanhorick (2000). Development and psychometric evaluation of the TAPQOL: a health-related quality of life instrument for 1-5-year-old children. Quality of Life Research, 9, p. 961-72.
  6. Gaines R. en C. Missiuna (2007). Early identification: are speech/language-impaired toddlers at increased risk for Developmental Coordination Disorder? Child Care and Health Development, 33, p. 325-332.
  7. Goorhuis-Brouwer, S.M. en A.M. Schaerlaekens (1994). Handboek taalontwikkeling, taalpathologie en taaltherapie bij Nederlandssprekende kinderen. Utrecht, De tijdstroom.
  8. Knijff, W.A. (2003). Diagnostics in children with language problems: differences between a multidisciplinary and monodisciplinary procedure. Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen.
  9. Law, J., Z. Garrett en C. Nye (2004). The efficacy of treatment for children with developmental speech and language delay/disorder: a meta-analysis. Journal of Speech, Language, and Hearing Research, 47, p. 924-943.
  10. Roberts ,J., L. Hunter, J. Gravel, R. Rosenfeld, S. Berman, M. Haggard, J. Hall, C. Lannon, D. Moore, L. Vernon-Feagans en I. Wallace (2004). Otitis media, hearing loss, and language learning: controversies and current research. Journal of developmental and behavioral pediatrics, 25, p. 110-122.
  11. Shriberg, L.D., S. Friel-Patti, P. Flipsen en R.L. Brown (2000). Otitis media, fluctuant hearing loss, and speech-language outcomes: A preliminary structural equation model. Journal of Speech, Language, and Hearing Research, 43, p. 100-120.
  12. Smits, K., J. van Daal en J.M. Cuperus (2003). Diagnose- en behandelgroepen. Procesdiagnostiek en orthopedagogische behandeling van jonge kinderen met complexe spraak-/taalproblemen. Tijdschrift voor orthopedagogiek, 42, p. 480-488.
  13. Van Agt, H. M., M.L. Essink-Bot, M.L., H.A. van der Stege, J.G. de Ridder-Sluiter en H.J. de Koning (2005). Quality of life of children with language delays. Quality of Life Research, 14, p. 1345-55.
  14. Van de Loo, L.J.M. (2006). De relatie tussen spraak- en taalstoornissen, probleemgedrag en ouderlijke stress. Scriptie Faculteit Gezondheidswetenschappen. Universiteit Maastricht.
  15. Verhulst, F.C., J.M. Koot, G.W. Akkerhuis en J.W. Veerman (1990). Praktische Handleiding voor de CBCL. Assen, Van Gorcum.
  16. Willinger, U., E. Brunner, G. Diendorfer-Radner, J. Sams, U. Sirsch en B. Eisenwort (2003). Behavior in children with language development disorders. The Canadian Journal of Psychiatry, 48, p. 607-614.
  17. Zielhuis, G.A., G.H. Rach en P. van den Broek (1990). The occurrence of otitis media with effusion in Dutch preschool children. Clinical Otolaryngology, 15, p. 147-153.